De schoorsteen van PEGUS: elektriciteitsvoorziening

De schoorsteen van PEGUS: elektriciteitsvoorziening

Lange tijd was de elektriciteitsvoorziening in de stad Utrecht een particuliere aangelegenheid. Bedrijven leverden aan zichzelf en hooguit aan enkele buren om er elektrische motoren op te laten draaien. Pas in de 20ste eeuw kwam daar verandering in. Het leidde tot de komst van elektriciteitscentrales Merwedekanaal en Lage Weide én het hoogste bouwwerk van de stad Utrecht (inderdaad, nog hoger

De schoorsteen van Eemlandia: zuivelindustrie

De schoorsteen van Eemlandia: zuivelindustrie

De zuivelindustrie in de provincie Utrecht is wijdt verspreid geweest en nu alleen te zien in de laatst overgebleven fabrieksgebouwen. Dat herbestemming niet altijd eenvoudig is voor deze gebouwen bewijst de Eemlandia-fabriek in Bunschoten. De restauratie inclusief schoorsteen is al jaren geleden afgerond, maar nieuw gebruik laat nog steeds op zich wachten.

De schoorsteen van Aurora: industriële wasserij

De schoorsteen van Aurora: industriële wasserij

De industriële wasserij kende in de tweede helft van de 19de eeuw een sterke groei, ook in Utrecht. Dat paste helemaal in het tijdsbeeld van industrialisatie, toenemende hygiëne en groeiende welvaart. Dankzij de trein kon Defensie in Woerden de was centraal gaan doen, terwijl horeca en rijkere families de was lokaal uitbesteedden. Maar wat is daar nu nog van over?

De schoorsteen van Schilte: timmerfabrieken en houthandelaren

De schoorsteen van Schilte: timmerfabrieken en houthandelaren

Een paar honderd jaar geleden had vrijwel elke plaats een timmermansaffaire met bijbehorende houtopslag, daarop was de provincie Utrecht geen uitzondering. Maar vanaf de negentiende eeuw veranderde de hout- en timmerindustrie steeds meer en tegenwoordig bestaat die voornamelijk uit specialisten. Illustratief daarvoor is de ontwikkeling van een aantal Utrechtse firma’s die vandaag de dag nog steeds in bedrijf zijn.

De ontbrekende schoorstenen van de bakkers

De ontbrekende schoorstenen van de bakkers

Tot 1860 mochten bakkers niet voor eigen gewin brood verkopen en waren ze gebonden aan strenge regelgeving van de overheid. Zo mochten de molenaars het meel alleen maar malen. De opheffing van de broodzetting, zoals dat geheel aan regels en voorschriften werd genoemd, maakte de weg vrij voor de komst van industriële bakkers en gaf het bakkersvak een heel ander