Industrieel erfgoed staat er vaak als symbool van een tijdgewricht, de opkomst en ondergang van een tijdperk. Steeds meer gemeenten koesteren en bewaren hun objecten die deze beleving oproepen. De noodzaak tot dit behoud wordt ook steeds groter: door sloop is er al te veel verdwenen. Industrieel erfgoed van voor 1910 wordt soms redelijk beschermd met een monumentenstatus. Het zijn vooral de gebouwen tussen 1910 en 1965 die kwetsbaar zijn.

Een aantal voorbeelden van industrieel erfgoed dat om moverende redenen in de afgelopen jaren is gesloopt:

Maarssen – Breedstraat 9 – garagebedrijf Mastenbroek met bovenwoningen.

Deze in het centrum van Maarssen gesitueerde garage weerspiegeld geheel de plaats die de auto al in de jaren 1930 mocht innemen in het hart van de bebouwde kom. Alle ruimte werd gegeven aan dit door toen vrijwel iedereen begeerde voertuig. Lang is de garage in bedrijf gebleven. In de huidige tijd wordt de voorkeur gegeven aan woningbouw. Maarssen heeft in 2018 ingestemd met de sloop van de garage. Een uniek icoon van de jaren 1930 verdwijnt daardoor uit Maarssens centrum. Het besluit tot sloop is door een uitsprak van de Raad van State in december 2019 onherroepelijk geworden. Maarssen verliest in haar centrum bebouwing die kenmerkend is voor een mengvorm aan functies. Al eerder gebeurde dat met de min of meer geruisloos verdwenen brandweerkazerne aan de Gaslaan.

Utrecht – Fortlaan 20-28 – voormalige machinefabriek Jos. Beugels.

Het is rond 1900 gerealiseerd in de toenmalige gemeente Zuilen. Het gebouw lijkt op een boerderij, maar heeft al karakteristieke werkplaats ramen. Het is in latere jaren gebruikt door machinefabriek A.G.A. vervolgens G.J. van Vliet (fabrikant tandwielkasten) en daarna jachtbouw Mebo. Dit gebied langs de Vecht gelegen heeft lange tijd een bedrijfsmatige bestemming gehad. De laatste pachter heeft in 2016 de pacht opgezegd en eigenaar gemeente Utrecht heeft het geheel gesloopt.

Eembrugge-Eemnes – Ocrietfabriek voor aanrechten, lavetten etc..

De fabriek werd in 2008 gesloten. In datzelfde jaar had een ontwikkelaar al plannen uitgewerkt voor volledige sloop van alle opstallen en kenmerkende fabrieksdelen, zoals het silogebouw. Een alternatief plan voor behoud van de oudste gebouwen van USINE en Bond Heemschut werd door het college Eemnes van tafel geveegd. De gemeente heeft in 2014 de terreineigenaar met een lening geholpen om alle opstallen te slopen. De officiële reden was de aanwezigheid van asbest. De eigenaar had maar één doel: alles slopen om voorrang te geven aan zijn bouwplannen. Hij begon met de sloop niet voor niets met de asbest vrije historische silo. Er resteert sindsdien een leeg terrein, zwaar met hypotheken en schulden belast.

Leusden, Achterveld – na de sloop van de melkfabriek in 2013 de graanmaalderij

In de plaatsen op het platteland was de eerste industrie ten dienste van de landbouw en veeteelt. Melkfabrieken en graanmaalderijen staken op het vlakke land hun schoorsteen in de lucht. Aan de Hessenweg is de zuivelfabriek Juliana, in productie in 1911, al lang gesloopt. Slechts een machinistenwoning op Hessenweg 182 en een daarnaast staand elektriciteitshuisje herinnert aan dat verleden. Dat lot is zelfs de Coöperatieve veevoederfabriek en graanmaalderij Achterveld niet beschoren. Van het sinds 1930 bestaande complex behoorde een fabrieksgebouw, silo, weeghuisje en weegbrug. Achterveld wil niet meer herinnert worden aan haar plattelandshistorie. Het is in 2013 gesloopt. Een schrale troost is de architectuur van de nieuwbouw appartementen op deze locatie, enigszins lijkend op de oude fabriek.

Bilthoven – woning stationschef in 2012 gesloopt en herbouwd bij het spoorwegmuseum

In 1863 werd een station in Bilthoven geopend. Het was in die tijd station De Bilt. Rond de eeuwwisseling van 1900 ontstond met de bouw van villa’s de plaats Bilthoven. In 1901 werd een zijtak van de Centraalspoorweg geopend naar Zeist. Het station is rond die tijd vernieuwd. Passend voor die tijd bestond het station uit een ensemble van verschillende gebouwen: twee seinhuizen en een wachterswoning, die al eerder zijn gesloopt.
De karakteristieke stationskap stamt uit 1901, met wacht- en winkelruimten. Een woning voor de stationschef werd in 1900 opgeleverd. In 2012-2013 heeft Bilthoven een grote transformatie doorgemaakt. Een onderdoorgang bij de overweg voor voetgangers is gesloopt. De woning is in 2012 gedemonteerd, ofwel door zorgvuldig te slopen in onderdelen opgeslagen, en zou kunnen worden herbouwd. Op het terrein van het spoorwegmuseum in Utrecht is in 2015 een replica van het gebouw geopend. De replica is met veel uitkomende materialen uit Bilthoven gereconstrueerd. Van het ensemble in Bilthoven resteert slechts de stationsoverkapping met vm wacht- en winkelruimten.

Spakenburg, Oostmaat – visrokerij Muys in 2010 gesloopt

Het was een uit de wederopbouwperiode stammend bedrijfsgebouw met woning. De visrokerij symboliseerde op deze locatie het sterkst de bestaansbron van Spakenburg: het water en visserij. Medio 2010 is het gesloopt. Gerealiseerd is nieuwbouw voor wonen aan het water. In een op de oude locatie staand kantoorgebouw is een gedenkplaat voor Muys opgenomen.

Amersfoort, Grote Koppel – pakhuis ’t Spijkertje in 2006 en al eerder in 2001 veevoederfabriek COVA

In oktober 2005 gaf de gemeente Amersfoort de sloopvergunning af: “de bouwkundige staat van het karakteristieke pand is de afgelopen weken zo verslechterd, dat de kans op instorting aanzienlijk is toegenomen”. ’t Spijkertje, een pakhuis uit 1900, zou herbouwd worden op dezelfde plek. De eigenaar was door de gemeente gevraagd om in overleg te bepalen welke onderdelen voor hergebruik behouden kunnen worden. Materialen als balklagen, muurankers, hijskap en gootklossen konden van waarde zijn om te sparen tijdens de sloop. Tevens vroeg het college om ruimte voor archeologisch onderzoek naar de fundering, zodat de eeuwenlange historie van de bebouwing kan worden onderzocht. De opslag heeft plaatsgevonden, de herbouw is niet uitgevoerd.

De sloop van de COVA fabriek (Coöperatieve Op- en Overslagvereniging Amersfoort) liet een groot gat achter in de gevelwand van Grote Koppel. Op de locatie van de COVA staan nu de woningen van het Gildekwartier. Indirect was de sloop de aanleiding om meer aandacht te gaan besteden aan het overgebleven industrieel erfgoed aan rivier de Eem.

Utrecht – de soepfabriek met het vrieshuis.

In de nieuwe Parkhaven stond sinds 1939 een conservenfabriek voor het invriezen van groenten en fruit. Deze fabriek is in verschillende perioden uitgebreid zoals in 1962 met een groot vrieshuis. De fabriek heeft uiteindelijk haar bestemming gekregen als fabriek voor het maken van droge soepen. Eerst onder de vlag van Royco, later Cambell en tot op heden als Intertaste. Utrecht ontwikkelt het gebied voor woningbouw. In 2019 is een bestemmingsplan ter visie gelegd waarin geen toekomst voor de soepfabriek is gereserveerd. USINE heeft een bezwaarschrift ingediend, maar de oren bleven doof voor het verzoek. De soepfabriek is in 2020 gesloopt.

terug