Met de zilverwerkplaats van edelsmid J.A.A. Gerritsen begon de zilverindustrie in Zeist. Daaruit ontstonden twee zilverfabrieken.: SOLA en GERO. Deze fabrieken gaven op hun hoogtepunt aan meer dan 2.000 Zeistenaren werk.
De Amsterdamse edelsmid J.A.A. Gerritsen koos in 1903 als nieuwe vestigingsplaats een oude rijwielfabriek in Zeist van de Evangelische Broedergemeente (Hernhutters). In 1909 kreeg het bedrijf de naam van zijn zoon M.J. Gerritsen & Co en vanaf 1912 ‘Eerste Nederlandsche Fabriek van Nieuw Zilverwerken, voorheen M.J. Gerritsen & Co’. Aanvankelijk vervaardigde GERO alleen bestek. Door massaproductie kon goedkoop gewerkt worden en door de lagere prijzen werd de afzet vergroot.
Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog kreeg de fabriek te kampen met toevoerproblemen, maar ze hield het hoofd boven water. Direct na de oorlog steeg de vraag naar producten van de GERO enorm. In 1924 ging het bedrijf verder onder de naam Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen & Van Kempen. De fabriek kreeg een nieuwe mede-directeur, A.E. van Kempen. Op het huwelijksverlanglijstje bleef het GERO bestek hoog geplaatst.
Gerritsen en Van Kempen was een begrip tot de fusie in 1960 met Begeer uit Utrecht en Vos uit Voorschoten. Het ambachtelijk werken met zilver door Begeer verhuisde van Utrecht naar Zeist. Van Kempen en Begeer bleven tot 1994 in Zeist. De stijgende lonen in Nederland maakten het voordeliger om de productie te verplaatsen naar lagelonenlanden. De fabriek Gerritsen en Van Kempen sloot in 1974, het kantoor in 1986.
In 1965 had de fabriek nog meer dan 1.100 werknemers. In 1976 is het fabrieksgebouw gesloopt en als laatste een jaar later de 26 m hoge watertoren, tot die tijd een landmark van Zeist. Voor behoud van industrieel erfgoed had de gemeente Zeist nog geen beleid ontwikkeld. Het kantoor op de Karpervijver uit 1931 staat er nog, het is een rijksmonument.
M.J Gerritsen maakte na 1922 geen deel meer uit van de directie van de GERO fabriek. Met zijn zwager en mededirecteur H. Simonis kreeg hij een conflict en daarmee ook met zijn vader. M.J. Gerritsen verliet het bedrijf van GERO maar niet het zilvervak.
Aan wat toen de rand van het dorp Zeist was, werd in 1922 door M.J. Gerritsen aan de Van Reenenweg een fabriek onder de merknaam SOLA opgericht. De roodbruine bakstenen schoorsteen staat op het binnenterrein, de naam van de fabriek is ingemetseld. De fabriek kreeg een nieuwe voorgevel in 1949.
De SOLA fabriek is een zelfstandige onderneming. Bestek en tafelgerei werd gemaakt in de kwaliteit roestvrij staal, verzilverd en zuiver zilver, de eerste pijler. De in de jaren vijftig begonnen pannen-fabricage vormde een tweede pijler.
Het historische gebouw van SOLA heeft in 1949 een nieuwe opvallende voorgevel gekregen, zie de bovenste foto. De gemeente Zeist kent een monumentale waarde toe aan de gevel en de schoorsteen. Tot 2011 werd het massief zilveren bestek nog bij SOLA in Zeist gemaakt. Alle machines zijn nog aanwezig, maar wij houden niet meer van zilver poetsen. De SOLA fabriek heeft nu voornamelijk een winkelfunctie, de productie vindt elders plaats.
In Zeist is nog een blijvende herinnering aan de zilverfabrieken aanwezig. De wijk Gerodorp is in 1918 voor werknemers van de zilverfabriek gebouwd, ruim 60 woningen. In dit tuindorp met de Gerolaan, Alpaccalaan, Bergweg en Eikenlaan staan de woonhuizen, allen gemeentelijk monument, er sinds 2015 weer gerenoveerd bij. Zilverfabrieken en Zeist, die relatie blijft historisch aanwezig.
Datering | 1909 resp. 1922-1949 |
Adres | Karpervijver 27, Zeist – M.J. Gerritsen Gero kantoor Van Reenenweg 155-157, Zeist – Sola kantoor en fabriekshallen |
Soort | industriële gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | centraal in het land gelegen bedrijvigheid |