Van gered industrieel erfgoed geven we een aantal voorbeelden. Door actieve inzet van omwonenden, betrokkenen, erfgoedorganisaties en vooral steun uit de publieke sector is het industrieel erfgoed behouden gebleven.
Monumenten met een bedrijvig verleden kunnen er onopvallend bijstaan, zeker na een periode van leegstand en/of verwaarlozing. De afwijkende en solitaire gebouwen laten ons even stil laten staan bij de tijd. Na renovatie of restauratie zijn het vlaggendragers: industrieel erfgoed geeft de extra dimensie aan een wijk.
Houten – oude station van de Dorpsstraat naar Stationserf 97
De meeste dorpsstations van dit type zijn gesloopt. Niet gesloopte exemplaren zijn later uitgebreid en verhoogd met een verdieping, maar in Houten is dat nooit gebeurd. Het oude station zou in 2007 onder de slopershamer terecht zijn gekomen als bewoners uit Houten geen protest hadden aangetekend. Het station stond namelijk in het tracé van het verdubbelde spoor. In augustus 2007 is het 150 meter verplaatst onder grote belangstelling van Houtenaren en pers. Het station is vervolgens volledig gerestaureerd.
Utrecht – drukkerij Boekhoven-Bosch, Begijnehof/Breedstraat
Het complex van voormalig drukkerij Boekhoven-Bosch in het centrum van Utrecht is in 1975 grotendeels gesloopt. Gespaard gebleven is het markante hoekgebouw uit 1939/1951. Een renovatie in de jaren zeventig heeft het met extra subsidies geschikt gemaakt voor wonen. Woningbouwcorporatie Mitros, eigenaar van het appartementencomplex in de voormalige drukkerij van Boekhoven had in 2007 plannen om het complex te slopen en op die plek een hoger appartementengebouw plus parkeergarage te laten verrijzen. Dit klonk als een bruut idee, maar de renovatie in de jaren zeventig was erg sober uitgevoerd. Goedkopere materialen en weinig isolatie was gebruikt, naar de normen van sociale woningbouw van die tijd. Er moest iets aan het complex gebeuren. In 2011 is het tij gekeerd: met de bewoners (kasteelbewoners) is een ingrijpend renovatieplan voorbereid. De werkzaamheden zijn in 2015 afgerond.
Utrecht – fabriekscomplex Jongerius, Kanaalweg
Het complex van de carrosseriefabriek van Jongerius uit 1938 aan het Merwedekanaal, is in 2011 door eigenaar Defensie verlaten. Enkele jaren daarvoor heeft een belangengroep zich het lot van de sterk verwaarloosde gebouwen en villa aangetrokken. Met een succesvolle mobilisatie van steun onder de bevolking en de gemeente is de villa Rijksmonument geworden en het kantoor op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. De villa met tuin is in 2011 gerestaureerd. In de gebouwen is nu ruimte voor bedrijven in de creatieve sector. Tevens is het door horeca voor iedereen toegankelijk. Het kantoor is in 2019 na een restauratie opgeleverd. De fabriekshallen zijn gesloopt voor toekomstige woningbouw. De stalen kolommen worden in de nieuw te bouwen woonwijk hergebruikt als lantaarnpalen.
Amersfoort – lijmfabriek Rohm & Haas, Kleine Koppel aan de Eem
Amersfoort is een beetje geschrokken van de voortvarende sloop van oude gebouwen langs de Eem. Het geplande Gildekwartier en Oliemolenkwartier verlangde de sloop van oude industriële gebouwen. Maar met de sloop van de COVA veevoederfabriek in 2000 ontstond er een gapend gat. Wonen aan de Eem is natuurlijk wonen aan het water. Maar de Eem is eeuwen een levensader voor bedrijvigheid geweest. Voor Rohm & Haas kwam het signaal op tijd. Met vereende krachten en grote inzet van Siesta is het gebouwencomplex behouden gebleven. Na een restauratie is in 2010 met een nieuwe levensfase gestart.
Utrecht – fouragebedrijf Hooghiemstra, Wittevrouwensingel / Hooghiemstraplein
In 1986 staat het complex van Hooghiemstra op de nominatie om gesloopt te worden. Het gebouw is in 1972 al gekocht door de Gemeente voor een geplande rondweg. Het gebouw heeft jarenlang leeggestaan en is gekraakt geweest. Op een door de voorloper van USINE (zie link historie USINE), georganiseerde tentoonstelling over industrieel erfgoed worden op overtuigende wijze een aantal argumenten naar voren gebracht waarom dit ‘chateau d’ industrie’ niet gesloopt mocht worden. De krakers worden de voorlopers van de uiteindelijke bestemming: er zijn nu zo’n 80 bedrijven met 250 mensen werkzaam in het inspirerende gebouw.