Een paar honderd jaar geleden had vrijwel elke plaats een timmermansaffaire met bijbehorende houtopslag, daarop was de provincie Utrecht geen uitzondering. Maar vanaf de negentiende eeuw veranderde de hout- en timmerindustrie steeds meer en tegenwoordig bestaat die voornamelijk uit specialisten. Illustratief daarvoor is de ontwikkeling van een aantal Utrechtse firma’s die vandaag de dag nog steeds in bedrijf zijn.
Fabriek in houtwaren Schilte
De historie van houthandel en timmerfabriek Schilte in IJsselstein gaat terug tot 1858; de eerste producten waren gedraaide deurkrukken. In 1880 bestond het bedrijf uit een stoomdraaierij, timmermansaffaire en houthandel. Na 1920 ging Schilte voor moderne scholen losse stoelen en tafels en houten leermiddelen fabriceren. Met die producten onderscheidde Schilte zich van de concurrentie. Het bedrijf is nog steeds toonaangevend in zijn vakgebied en markeert een lange periode van industriële aanwezigheid in IJsselstein. De schoorsteen van de voormalige zagerij staat nog altijd fier overeind.
Van houthandel naar houtindustrie
Houthandel Jongeneel, al sinds de 18de eeuw aan de stad Utrecht verbonden, heeft de tand des tijds ook weten te doorstaan. De handel begon aan de Zeedijk, waar tot in de jaren 1960 de coasters het hout afleverden. Dat hout werd rechtstreeks gekocht in de landen rond de Oostzee, waarna het per schip via de Zuiderzee en de Vecht naar de Zeedijk werd vervoerd.
In 1916 begon Jongeneel in Utrecht met een fabriek in Rubber- en Theekisten, de RET. Met het gebruik van plaatmateriaal ontwikkelde de timmerindustrie zich op een nog breder vlak. Jongeneel had er succes mee in de bouw en de meubelindustrie. Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd een netwerk van regionale vestigingen door heel Nederland opgezet. In de provincie werden de inmiddels geheel verdwenen houthandel de Stoomhamer in Rhenen en IJsselstein overgenomen. De sporen van Jongeneel aan de Zeedijk in Utrecht zijn inmiddels uitgewist, maar twee vestigingen elders in de stad houden de aanwezigheid in stand. Jongeneel en RET zijn onderdeel van het houtconcern Timber and Building Supplies Holland N.V..
Handel in hardhout, Van Dam
Ant. van Dam is kort na 1900 met de houthandel van Langbroek verhuisd naar de huidige locatie bij de spoorovergang op de Stationsweg in Bunnik. De houtzagerij en schaverij werden aangedreven door een stoominrichting, waarvan de schoorsteen nog op het bedrijf staat. Machinale bewerking van hout veroorzaakt het vrijkomen van zaagsel en houtstof. Zaagsel is een geschikte grondstof voor andere producten, maar houtstof is brandgevaarlijk. Verschillende keren hebben branden delen van het gebouwencomplex in de as gelegd. Iets wat andere houthandelaren ook met regelmaat overkwam.
Het huidig complex is na 1950 gefaseerd gerealiseerd als vervanging van oudere bebouwing. Daardoor is een fraai ensemble aan gebouwen ontstaan in de periode van de wederopbouw tot 1965. De schoorsteen is daarbij als opvallend bouwwerk blijven staan. Houthandel Van Dam heeft zich gespecialiseerd in hardhout, vooral voor afname door timmerfabrieken. Van Dam is onderdeel van het houtconcern Timber and Building Supplies Holland N.V..
De provincie Utrecht mag zuinig zijn op deze productiebedrijven, zeker gezien hun historie. Van Dam in Bunnik is met het ensemble aan gebouwen een prachtige representant van industrieel erfgoed uit de periode wederopbouw.
De traditionele houthandel is er nog met gebouwen
Wie ernaar zoekt, vindt nog op verschillende plaatsen in de provincie Utrecht restanten van een eens zeer aanwezige timmerindustrie. Zo is er in Amerongen de loods van houthandel Postuma IJzn., staat in de stad Utrecht een houtloods van de firma Koker met een apart gelegen zagerij, en heeft de zaagmolenwerf van De Wit met molen De Ster een heel ander leven gekregen.
Het meest bijzondere restant is waarschijnlijk houtzaagmolen De Ster uit 1721, gelegen in de Utrechtse wijk Lombok, pal aan de Leidse Rijn. Het is één van de weinige compleet bewaard gebleven houtzaagmolenwerven van Nederland. De as van de molen stuurt een krukas aan, waarmee twee zaagramen worden aangedreven. Met de komst van motoren waren windstille dagen niet erg meer. De familie De Wit dreef de houthandel tot in de jaren 1970. In 1986 is de zaagmolenwerf compleet hersteld en gerestaureerd. De Ster bestaat sindsdien uit de molenaarswoning, een knechtenhuis, verschillende loodsen en de zaagmolen.
De loods van Houthandel Postuma IJzn. in Amerongen en een houtloods van de firma Koker in Utrecht behoren eveneens niet meer tot de timmerindustrie, maar hebben ook ook een andere bestemming gevonden.
Naar de volgende schoorsteen . .
De serie beperkt zich tot nog bestaande getuigen van industrialisatie in de provincie.