Het fabriekscomplex van Warner Jenkinson is in 2016 verkocht. De tijdelijke gebruikers hadden ook een goed plan voor behoud en herbestemming van de gebouwen. De door Amersfoort gewenste koopsom was verzameld en toen bleek dat niet genoeg.
Warner Jenkinson blijft veranderen. Fabrieken zijn altijd gebruiksvoorwerpen geweest, alleen hele grote. Sinds 2001 staat de voormalige kleurstoffenfabriek in Amersfoort leeg. Bouwonderneming Heijmans had het gekocht, maar zag haar plannen stranden, geen markt. Gelukkig was het complex tijdelijk in gebruik bij onder meer De WAR, kunstateliers, de Spullenmannen en Fablab. Zij zagen geleidelijk de waarde van de verschillende gebouwen. Interessant zijn alleen al de verschillende bouwstijlen. De gebruikers hebben een plan tot behoud van de huidige gebouwen opgesteld. In dat plan worden oneigenlijke toevoegingen gesloopt, waardoor de oorspronkelijkheid van de verschillende bouwdelen beter tot zijn recht komt. Het geheel zou tot een duurzaam behoud van een bijzondere fabriek moeten leiden.
Amersfoort heeft in 2014 het complex gekocht van Heijmans. Aanvankelijk wilde ze met de tijdelijke gebruikers doorgaan. Dan moest het wel worden gekocht met een goed plan. De koopsom lukte, maar was het plan ineens niet goed genoeg meer? In mei ging Amersfoort de markt op, ofwel in officiële bewoordingen: ‘De gemeente heeft er voor gekozen om via een openbare procedure een partij te selecteren die in de gelegenheid wordt gesteld een ontwikkelingsplan en een bijbehorende business case te maken. De selectie vindt plaats op basis van de criteria Kwaliteit, Risico’s en planning en Financiën’. Recent heeft de gemeente Amersfoort besloten tot verkoop van het complex aan een projectontwikkelaar.
En zo worden de initiatiefnemers die industrieel erfgoed een nieuwe toekomst hebben gegeven afgedankt. De gemeente Amersfoort laat zich hiermee wel kennen.