De Utrechtse Waterleiding Maatschappij had haar pompstation te Soestduinen. In Soestduinen was niet alleen water van goede kwaliteit, er was ook een hoge heuvel waardoor het probleemloos door leidingen aangevoerd kon worden. De Utrechtse Waterleiding Maatschappij is in 1883 het eerste distributiebedrijf voor ‘heidewater’.

Pompstation Soestduinen Utrechtse Waterleiding Maatschappij

De stad Utrecht besloot pas in 1880 maatregelen te nemen tegen de regelmatige cholera uitbraken. De relatie met het slechte drinkwater werd als onomstotelijk gezien. De kwaliteit van het water moest aanzienlijk beter worden, net als al in andere steden was bewezen. Het was een nieuw bedrijf dat de concessie kreeg. De in 1881 begonnen ‘Compagnie des eaux d’Utrecht’ kwam overigens voort uit een bedrijf te Luik. Dit bedrijf vervaardigde buizen voor waterleidingen en legde ze aan. Voor de stad Utrecht en omstreken verwierf ze de opdracht tot de aanleg, financiering en exploitatie van de stadswaterleidingen.

De locatie in Soestduinen was daarvoor zeer gunstig: er is op niet al te grote diepte zuiver water aanwezig, er was voldoende zand voor de filterbassins, er was een spoorlijn in de buurt voor de aanvoer van kolen voor de pompmachine, en er is een heuvel van 57 meter hoogte (‘De Stompert’) waar een reservoir voor voldoende druk op de leidingen naar Utrecht zorgde. In 1893 liepen de leidingen al naar zeven andere gemeenten en pompte de UWM ruim 1,5 miljoen m³ water op. Het hoog gelegen Hilversum kreeg in 1893 een eigen watertoren.

Schilderij van het eerste pompstation en basin Compagnie des eaux d’Utrecht in het hoog gelegen Soestduinen

Tot 1896 functioneerde dit oorspronkelijke complex in Soestduinen, in dat jaar werd in de stad Utrecht de eerste watertoren Lauwerhof gebouwd om daar genoeg druk op het systeem te houden. Een geschikte locatie voor die watertoren was overigens niet snel gevonden. Niemand wilde de toren in zijn achtertuin, behalve de directeur van de UWM die woonde aan de Lauwerhof met het kantoor van het bedrijf aan huis. Er volgden meer watertorens door de groei van het waterverbruik. Ze staat in Zeist (1896), stond in Utrecht aan de Riouwstraat (1897), staan op Heuveloord (1907) en de Amsterdamsestraatweg 380 (1916), en staat in Baarn (1903). Een nieuw pompstation in Soestduinen werd in 1902 in gebruik genomen en werkte tot 1970.

Pompstation met Jaffa pompen

Het gehele complex is goed bewaard gebleven. In het pompstation is nog goed te zien hoe het winnen van drinkwater vroeger in zijn werk ging. Prachtige plungerpompen van Louis Smulders staan in het pomphuis. Erachter staat een kolenloods en een aanbouw voor de economiser, die stoom hergebruikte voor het opwarmen van het water in de stoomketels. De stoomketel is helaas gesloopt. In 1935 is het pand uitgebreid met een machinekamer met Stork dieselmotor en centrifugaalpomp.

Pompstation met generator

In de bossen liggen nog een vijver en een reinwaterkelder. Tegenover het pompstation staan dienstwoningen uit 1920. Het complex en de watertorens op diverse plaatsen vormen een uniek industrieel ensemble voor de categorie nutsvoorzieningen. Het pompstation is compleet en goed onderhouden erfgoed passen bij de historie van waterleidingbedrijven. De provincie Utrecht en de bewoners mogen er trots op zijn dat dit op hun grondgebied is te vinden.

Datering1883, 1902
AdresVan Weerden Poelmanweg 2, 1-3, 3768 MN Soestduinen, gemeente Soest
Soortindustrieel gebouw van cultuurhistorische waarde
Trefwoordnutsbedrijf voor de drinkwatervoorziening
Tagged on: