Moderne stuwen en sluizen in Hagestein en Amerongen maken de Lek in de zomer bevaarbaar. Voor het in 1952 aangelegde Amsterdam-Rijnkanaal is dat essentieel. Het waterpeil in de Lek moet het jaar rond voldoende hoog blijven. Met omvangrijke stuwen en sluizen is dit tussen 1957 en 1972 gerealiseerd.
In 1952 is het Amsterdam-Rijnkanaal geopend. Het noordelijk deel tussen Utrecht en Amsterdam was grotendeels een verbreding van het Merwedekanaal. Het zuidelijk deel tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede en tussen Wijk bij Duurstede en Tiel is nieuw gegraven. In dit zuidelijk deel wordt rivier de Lek gepasseerd. Voor een gegarandeerde doorvaart van de Lek is waterpeilbeheersing nodig. De Lek heeft in de zomer namelijk te weinig waterdoorvoer om dit peil te garanderen. Een omvangrijk project van drie stuw- en sluiscomplexen werd gepland voor de waterbeheer- en verkeersfunctie, Hagestein en Amerongen in de provincie Utrecht en Driel in de provincie Gelderland.
Het stuwpand Hagestein – Amerongen bepaalt de waterstand in het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Amsterdam-Rijnkanaal wordt ter hoogte van Wijk bij Duurstede onderbroeken door rivier de Lek. Het sluis- en stuwcomplex in Driel staat bekend als de kraan van Nederland. De waterhuishouding in Noord-Nederland en het IJsselmeergebied is afhankelijk van het functioneren van dit stuwcomplex bij Driel. De drie complexen zijn met een gelijkend ontwerp uitgevoerd.
Als eerste is het complex Hagestein gerealiseerd, het is als stuw het meest essentieel voor de peilbeheersing op de Lek. De stuw bestaat uit twee bogen ofwel vizierstuwen die in het water hangen. Bij een grote afvoer van rivierwater, en dat is pakweg 45 dagen per jaar, staan de bogen omhoog. Daarmee staat de stuw open en hoeft de scheepvaart geen gebruik te maken van de schutsluis. Alleen in Hagestein werd de stuw vanaf het ontwerp ook met een hydro-elektrische centrale uitgevoerd. Deze centrale levert voldoende energie voor de drie stuwcomplexen samen. Rond de eeuwwisseling zijn vistrappen gebouwd. De vistrap of vispassage maakt het voor vissen mogelijk om stroomopwaarts de Nederrijn op te zwemmen, aangezien dit niet kan via de stuw of de waterkrachtcentrale.
In 1961 is stuwcomplex Hagestein als eerste in gebruik genomen, in 1967 volgde stuwcomplex Amerongen. In 1972 vormde de opening van stuwcomplex Driel het sluitstuk van dit unieke stuwen ensemble. De stuwcomplexen zijn de jaren afgelopen gerenoveerd en gemoderniseerd. Het stuwcomplex van Hagestein is in 2014 een rijksmonument geworden.
Datering | 1957-1961 resp. 1963-1967 |
Adres | Lekdijk to 13, 3958 NE Amerongen gemeente Utrechtse Heuvelrug en Ossenwaard, 3989 NZ Hagestein gemeente Vianen |
Soort | industriële objecten van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | waterbeheersing |