In 1925 kreeg de schietbaan op de Leusderheide de eerste gebouwen. Ruim 90 jaar later staan de originele schijvenwerkplaats, kampbarak en gasmasker-oefenruimte er nog onveranderd bij. Alleen Defensie en eigenaar het Rijksvastgoedbedrijf lijken ze vergeten te zijn.

Leusderheide – het uit 1925 stammende Wachtlokaal

Tot 1925 kwamen de regimenten soldaten nog lopend voor een oefening bij de schietbaan op de Leusderheide. Een veldleger zorgde voor overnachting. Door transport met gemotoriseerde voertuigen vanuit de kazernes in Utrecht en Amersfoort konden de veldkampen geruimd worden. De schietbaan had alternatieve voorzieningen voor haar gebruik nodig. In 1925 kwam er een schietschijven werkplaats, een wachtlokaal en een bijzonder gebouwtje. Als de groep militairen er toch waren om te schieten kon in dat bijzondere gebouwtje ook geoefend worden met een masker, een gasmasker wel te verstaan.
Gebouwen en smalspoor
De drie gebouwen kwamen op een logische plek aan de Doornseweg bij elkaar en tussen de schietschijvenwerkplaats en de schietbanen werden smalsporen aangelegd voor de aan- en afvoer van schietschijven en wapentuig. Het oorspronkelijke traject van kilometers aan dit zogenaamde decauvillespoor is gedeeltelijk nog op het terrein aanwezig. Het gebouwencomplexje is later nog uitgebreid met een opslagplaats en kantoor.

Op het terrein staan verschillende voormalige dienstwoningen. Om het originele karakter van het kleine complex compleet te maken noemen we nog de oudere typen bestrating die her en der aanwezig zijn. Het lijkt of de tijd heeft stil gestaan in dit voor het publiek niet toegankelijke deel van de Doornseweg te Leusden.

Leusderheide – het in 1926 geplaatste Maskergebouw voor het oefenen met gifgassen

Historie Leusderheide en schietbaam

Al sinds de tijd van Napoleon werden gebieden oostelijk van Zeist en rond Austerlitz voor militaire oefeningen gebruikt. Vanuit Utrecht konden de forten en werken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie goed bereikt worden. Een tweede fortenlinie kwam in 1867-1870 gereed, de Grebbelinie. Amersfoort kreeg kazernes voor de bemanning van deze linie. Beide steden waren als spoorwegknooppunt goed te bevoorraden.

Door de Frans-Duitse oorlog (1870) werd de mobilisatie van kracht en kwam er de roep om meer oefenruimte. Tussen de steden lag een groot ongerept gebied van heidevelden, de Leusderheide. De militarisering van de heide begon in 1872, het leger mocht het westelijk deel van het uitgestrekte gebied huren voor het houden van schietoefeningen. Het gebied werd omheind en voorzien van schietheuvels om de munitie op te vangen. Met aankoop in 1887 door de gemeente Amersfoort kon het Leger het eeuwigdurend in pacht nemen.

De schietbaan werd door legereenheden uit Utrecht en Amersfoort gebruikt, eenvoudige kampementen in zogenaamde ‘veldlegers’ volstonden in die tijd. Dat veranderde in 1925, waarschijnlijk door de komst van transportmiddelen, waardoor verblijf op de heide niet meer nodig was.

Leusderheide – schietterrein ingetekend op de Topografische Atlas 2004 – in de cirkel de gebouwen

Dagverblijf na 1925

Een wachtlokaal werd opgetrokken (zie foto bovenaan), een eenvoudige barak die qua ontwerp en uitvoering later model zou staan voor de barakken van kamp Amersfoort. Die zijn allen gesloopt, maar het wachtlokaal van de schietbaan is dat lot bespaard gebleven. Lang heeft het dienst gedaan voor haar doel, als dagverblijf voor manschappen die hun oefeningen op de schietbaan hielden. De barak is nog steeds in originele staat en wordt nu gebruikt als oefenruimte voor een militaire muziekkapel.

Leusderheide – de in 1925 gerealiseerde Schijvenwerkplaats

De werkplaats om schietschijven te maken en tevens vanaf haar beginjaren de opslagloods, is nu in gebruik als werkplaats voor de terreinbeheerders van Defensie. Aan het uiterlijk van het gebouw is weinig veranderd, er is in latere jaren wel een dienstwoning tegenaan gebouwd. Het maskergebouwtje stamt uit 1926 en lijkt, zonder onderhoud nodig te zijn, er nog onveranderd uit te zien. In 1953 kwam er een uitbreiding op het terrein met een opslag- en expeditieloods voor de schietschijven annex kantoor. De kantoorfunctie vervult het nog steeds, al is dat nu voor de terreinbeheerders van het bijna 1000 hectare grote militaire terrein in deze omgeving.

Huidig gebruik

Legereenheden maken nog steeds druk gebruik van het Leusderheide. De oude schietbaan is echter geheel afgegrendeld en mag niet meer betreden of gebruikt worden. Door decennialang gebruik is de bodem ook aardig vervuild geraakt met zware metalen, al lijkt de natuur zich daar weinig van aan te trekken. Gebouwen en terrein zijn te zien als erfgoed van een afgesloten militaire periode.

In de nabijheid van deze kleine gebouwen staat overigens een nog volop in gebruik zijnde historische werkplaats van grote afmetingen. In 1959 werd de 574 TD tankwerkplaats geopend, het was de eerste in Europa en ze is ontworpen in 1955. De werkplaats werd later bekend als Mechanische Centrale Werkplaats, voor de reparatie en het onderhoud van rupsvoertuigen – eerst de Centurion en later de Leopard. Momenteel is ze volop in gebruik als reparatiewerkplaats voor allerlei voertuigen van de Landmacht.

Leusderheide – in 1953 gebouwd, de schietschijf opslagplaats – lorrieloods en kantoren

Militair erfgoed

Wat te doen met dit militair erfgoed? Het eigendom berust bij het Rijksvastgoedbedrijf, het wordt nog steeds gebruikt door Defensie. Een goede registratie van cultuurhistorische waarden van hun gebouwen en terreinen behoort niet per definitie tot hun taak. Zo is althans het Rijksvastgoedbedrijf (de oude DGW&T) pas in 1986 met digitale registratie begonnen. De genoemde gebouwen staan met dat jaartal in haar systeem. Zijn ze de oorsprong van deze gebouwen ‘vergeten’, doet die er niet toe?

In de aanpalende gemeente Zeist kon ternauwernood de Zuluhal van Defensie gered worden van de sloop. Zij heeft deze eerste hangar voor straaljagers op vliegbasis Soesterberg onder protest tot gemeentelijk monument aangewezen. De gemeente Leusden is zover niet. Leusden stelt als voorwaarde dat eigenaren akkoord dienen te zijn met een aanwijzing tot gemeentelijk monument. Met Bond Heemschut gaan we het onderzoeken: heeft Leusden dat verzoek gedaan of bij haar inventarisatie in 2015 de gebouwen van de schietbaan ‘vergeten’?

Laatste nieuws februari 2019: de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een opdracht gekregen om het militair erfgoed uit de twintigste eeuw te inventariseren, zie link.

Tagged on: