Utrecht stond bekend om haar hoogwaardige keramiek industrie. Van de tegel- en faiencefabriek Ravesteyn-Westraven is het gebouw uit 1904 bewaard gebleven.

tegelfabriek en faiencefabriek Ravesteyn-Westraven

Utrecht Jutfaseweg – het gebouw van tegelfabriek Westraven voorheen Ravesteyn

Al ver voor de negentiende eeuw waren langs de Vaartsche Rijn bedrijven gevestigd voor het maken van bakstenen, dakpannen en muursteentjes. Tegels werden muursteentjes genoemd. Deze muursteentjes werden voor decoratieve doeleinden gebruikt. In de loop van de 19e eeuw nam de vraag naar deze producten enorm toe. In 1836 begonnen de gebroeders Huibert en Hendrik Ravesteyn aan de Vaartsche Rijn een fabriek voor dak- en vloertegels onder de naam ‘Westraven’. Het was gelegen aan de Vaartsche Rijn en de weg van Utrecht naar Jutphaas.

In 1844 kreeg Ravesteyn vergunning voor het maken van muursteentjes en kwam er ruimte voor een schilderslokaal. Onder een aparte naam ‘de Nijverheid’ ging dit nieuwe bedrijf aan de gang. De kwaliteit van de tegels nam toe door de faience techniek toe te passen. Met de faience techniek wordt klei met kalk of mergel gemengd, waardoor het op het wittere Chinees porselein gaat lijken. Vooral de tegels met oud Hollandse afbeeldingen gingen het in de verkoop in binnen- en buitenland erg goed doen. Zo verpakte de fabriek in 1857 haar tegels in kisten voor de export naar Nederlands-Indië. Het meenemen van bakstenen en tegels was gebruikelijk: met deze ballast lag het schip stabieler op de golven.

Naast Indonesië werd veel geëxporteerd naar onder anderen Brazilië en Californië en naast Engeland naar vele andere landen in Europa. De in Engeland opkomende ‘arts en craft movement‘ zorgde voor een enorme impuls voor het ambachtelijk geleverde handwerk en de kunstnijverheid. Engeland werd een groot afnemer van wit geglazuurde tegels van een groter formaat van 15×15 cm die daar van een decor werden voorzien. Later zijn met toestemming door Ravesteyn decors van de beroemde Engelse ontwerper William Morris op de tegels aangebracht.

De techniek van beschilderen werd ook toegepast bij grote tegeltableaus. Zo zijn unieke afbeeldingen vereeuwigd op tegeltableaus in slagerijen, kruidenierszaken, bankgebouwen, hotels en waar de klant dat maar wilde. Andere tegeltableaus werden in serie vervaardigd, met populaire afbeeldingen uit het boerenleven, landschappen, schepen of meer figuratieve en bloemtaferelen, zo laten catalogussen uit die tijd zien.

Rond 1900 werkten ongeveer tachtig mensen bij Ravesteyn. In 1904 werd het pand aan de Jutfaseweg door een grote brand getroffen. De in 1895 al aangetrokken geldschieter Frederik des Tombe nam het bedrijf in 1906 helemaal over. De gevel van het herbouwde fabriekspand is voorzien van twee fraaie en unieke tegeltableaus en de nieuwe naam Westraven, naar het poldergebied waar de fabriek stond. Dat pand staat er nog steeds. In 1907 had Westraven al weer een capaciteit om 2,5 miljoen tegels per jaar te fabriceren, waarvan de meeste beschilderd.

tegelfabriek en faiencefabriek Ravesteyn-Westraven

Tegelfabriek Westraven na herbouw in 1907 op de Jutfaseweg aan de Vaartsche Rijn

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het bedrijf in 1917 in zwaar weer terecht door gebrek aan grondstoffen en het wegvallen van de export. De productie kwam stil te liggen en het bedrijf werd geliquideerd. Maar bedrijfsleider Jan van Luyn ging met een klein aantal medewerkers door met het bedrijf onder de naam N.V. Faience- en Tegelfabriek Westraven v/h gebroeders Ravesteyn. In 1920 verhuisde de fabriek naar een pand aan de overzijde van de Vaartsche Rijn op de Helling in Utrecht. Op de locatie Helling is het bedrijf uitgebreid met een potterie afdeling. De productie steeg tot ongekende hoogte. Miljoenen tegels en potterie vonden met allerlei afbeeldingen hun weg naar uiteindelijk bijna elk huishouden in Nederland.

In 1963 werd Westraven overgenomen door de N.V. Koninklijke Delftsch Aardewerkfabriek “De Porceleyne Fles”. In 1987 sloot Westraven v/h gebroeders Ravesteyn haar deuren in Utrecht, waardoor er een einde kwam aan de grofkeramische bedrijvigheid langs de Vaartsche Rijn. Het gebouw op de Helling is gesloopt, waarvan overigens pas in 2017 de laatste restanten. Op Helling staat nu een appartementengebouw met een keramische gevel.

Het pand op de Jutfaseweg heeft nadien diverse bestemmingen gehad. Het is een gemeentelijk monument. Direct naast de fabriek staan in een steeg dwars op de Jutfaseweg een negental voormalige fabriekswoningen van Westraven. Deze bedrijfswoningen zijn gelijktijdig met de herbouw van de fabriek rond 1904 gebouwd.  In 2023 en 2024 wordt een aanpalend garagepand gesloopt en wordt het voormalige bedrijfsterrein bestemd voor woningbouw.

Datering1904
AdresJutfaseweg 178 fabriek en Jutfaseweg 167-176 woningen, 3522 HP Utrecht
Soortindustrieel gebouw van cultuurhistorische waarde
Trefwoordaan water verbonden en centraal in het land gelegen bedrijvigheid

Veel informatie over ‘Utrechts tegels’ staat in het boek met die titel van Peter Sprangers, verkrijgbaar in de boekhandel.

De tegeltableaus in de gevel van Wetsraven zijn goed bewaard gebleven, inclusief het niet afgebeelde en in 2011 tevoorschijn gekomen tableau met haar naam:

tegelfabriek en faiencefabriek Ravesteyn-Westraven

tegelfabriek en faiencefabriek Ravesteyn-Westraven

Tagged on: