Utrecht is spoorwegstad door de komst van de eerste spoorlijn in 1843. Sinds 1919 is de stad de hoofdzetel van spoorwegbedrijven die sindsdien als NS samenwerken. De vele lijnen in knooppunt Utrecht maakten de stad een geschikte locatie voor spoorwerkplaatsen. Van die werkplaatsen staan er nog vele aan de 2e Daalsedijk. Allen krijgen een nieuwe toekomst.
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) veroorzaakte schaarste aan grondstoffen en materialen, maar leidde tot de verregaande samenwerking tussen de twee spoorwegmaatschappijen de Hollandsche Spoorweg Maatschappij HSM, de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen MESS. De exploitatie van het spoor werd voortgezet onder de naam Nederlandse Spoorwegen NS. Het hoofdkantoor van de MESS stond al in Utrecht en het kantoor van de HIJSM verhuisde vanuit Amsterdam naar Utrecht. Daarvoor werd de kantoorruimte aan het Moreelsepark met een nieuw gebouw uitgebreid, De Inktpot.
De machineparken van de maatschappijen werden in 1920 samengevoegd. De NCS en de MESS maatschappijen hadden spoorwerkplaatsen voor reparatie en onderhoud van locomotieven en wagons. Daarnaast waren er kleiner werkplaatsen voor de bouw van onderdelen voor de aanleg van spoorwegen. Die werkplaatsen stonden geografisch verdeeld over het land en daarvan werden enkelen samengevoegd. In de jaren daarna zette de belangrijke overgang van stoom- naar dieseltractie in.
De werkplaatsen van Utrecht lagen strategisch tussen de spoorlijnen naar Amsterdam, Amersfoort, Gouda, Arnhem en Den Bosch op de 2e Daalsedijk. Van drie maatschappijen waren daar werkplaatsen voor de fabricage en reparatie van wagons. In 1887 was de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij NCS op 2e Daalsedijk 4 begonnen met een wagonfabriek, bestaande uit een wagenmakerij, schilderswinkel en zadelmakerij.
Die maatschappij werd in 1890 eigendom van de MESS. In 1891 kwam op de Daalsedijk een tweede reparatiewerkplaats voor de MESS, zie bovenste foto. En in 1892 breidde de MESS uit met een nieuwe werkplaats met bureaux, ook voor de bouw van wagons, zie foto boven. En ook in 1908 kwam er een grote uitbreiding.
De aanleg van spoorlijnen gebeurde voor een groot deel ter plekke. In het spoorvak zijn in gebruik de namen onderbouw voor het zandtalud en bovenbouw voor de dwarsliggers met spoorstaven en de telegrafische bediening. Later kwam bij de bovenbouw ook het werk van de bovenleidingen, het seinwezen en de telefonie. Voor de MESS kwam in 1905 een werkplaats voor de gevoeliger delen van de spoorstaven, de spoorwissels. Sindsdien heet het gebouw 2e Daalsedijk 14 de bovenbouwwerkplaats. In datzelfde jaar 1905 kwam ook een werkplaats voor het telegraafwezen klaar. Er ontstond op het terrein eveneens een groot emplacement aan spoorlijnen om de gebouwen per trein te bereiken.
In de periode 1920 – 1998 zou de NS dit terrein op de 2e Daalsedijk steeds meer gaan gebruiken voor de bovenbouw van het spoor. De werkplaats voor de spoorwissels bleef daarvoor, de andere werkplaatsen gingen dienst doen voor de fabricage van onderdelen voor bovenleidingen en seinwezen. Voor de diesellocomotieven en de noodbestrijdingsdienst bleven werkplaatsen in gebruik. Aan het einde van het spoorterrein 2e Daalsedijk werd in 1945 nog ruimte gevonden voor een onderdelenwerkplaats bovenbouw. Een loods werd verhoogd en ging later dienst doen voor het Herstelpunt Tractie & Materieel Utrecht, de HTMU-loods Het terrein werd na 1945 voller gebouwd met kantoren en uitgebreid met werkplaatsen en werkterreinen aan de overzijde van het spoor aan de Cartesiusweg. Daar kwam ook een garage voor het streekvervoer en de auto’s van het vrachtvervoer van NS.
Na 1998 werd een groot deel van de werkzaamheden van de NS aan het spoor geprivatiseerd en afgestoten. Bedrijven namen alle werk in de bovenbouw over, en zij verplaatsten de werkplaats gebonden werkzaamheden naar elders. Daardoor ontstond geleidelijke leegstand van de gebouwen. De NS ging denken aan nieuwe bestemmingen voor dit vrijkomende terrein. Ondertussen konden de in de loop der tijd ontstane grondverontreinigingen opgeruimd worden.
Vooruit lopend op nieuwe ontwikkelingen publiceerde in 2008 de gemeente op initiatief van de afdeling erfgoed een cultuurhistorische inventarisatie. Daaruit bleek het belang voor het behoud van het industrieel erfgoed.
De gebouwen met cultuurhistorische waarde zijn:
- een wagenmakerij, schilderswinkel en zadelmakerij voor de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij NCS (1887)
- een reparatieloods, verhoogd in 1934 voor de noodbestrijdingsdienst van de MESS, en later HTMU-loods (1891-1934)
- een wagenmakerij, schilderswerkplaats zadelmakerij en bureaux van de MESS; in 2013 gemeentelijk monument geworden (1892)
- een bovenbouwwerkplaats (1905), de schoorsteen is eerder afgebroken en het ketelhuis in 2019
- een onderdelenwerkplaats (1945-1960)
- een laboratoriumgebouw, voortgekomen uit het keuringsbureau van de spoorwegen, het ‘NS-lab'(1945-1960)
- een telegraafwerkplaats van de MESS met in 1951 een instrumentmakerij; in 2013 gemeentelijk monument geworden (1905)
Helaas zijn veel spoorlijnen op het terrein al in 2011 opgeruimd. In 2013 is zelfs een grote werkplaats met delen uit 1908 gesloopt. Het terrein kwam leeg te staan voor de sanering van de ondergrond. Inmiddels waren verschillende visies over herontwikkeling van het gebied gesneuveld. Eigenaar NS Stations kwam in 2014 met een nieuw plan dat wel doorgang vond. NS daarna het gehele terrein inclusief gebouwen verkocht aan een ontwikkelaar.
Op aandringen van de gemeente worden alle cultuurhistorische spoorwerkplaatsen behouden. Met de kantoren die nog in gebruik zijn, gaat een gebied voor werken en wonen ontstaan, zonder hekken in een open verbinding met de buurt. De vrije terreinen daar omheen worden geleidelijk herontwikkeld. Langs de sporen komen hogere nieuwe woongebouwen en naar de woonwijk wordt met laagbouw aangesloten. Alle waardevolle werkplaatsen krijgen een nieuwe bestemming!
De herontwikkeling van het terrein ten behoeve voor woningbouw en bedrijfsruimte is volop in uitvoering. De eerste bewoners zijn gearriveerd in straten die naar een wissel zijn genoemd. Utrecht kan het, industrieel erfgoed en bedrijfsterreinen herbestemmen voor andere doeleinden. Het is een bezoek waard.
Datering | 1887, 1892, 1905, 1925 en 1945 |
Adres | 2e Daalsedijk 4, 6, 8 en 14, Concordiastraat 67, 67a en 80, 3551 EJ Utrecht; op de foto’s 2e Daalsedijk 6 (foto boven) en 14 (2 foto’s onder), Concordiastraat 80 (foto midden) |
Soort | industriële omgeving en gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan spoor verbonden bebouwing en bedrijvigheid |