In het tweede kwart van de 19e eeuw kwam de sigaar als genotmiddel. In Veenendaal begon Van Schuppen in 1887 met een sigarenmakerij. Het bedrijf groeide uit tot de succesvolste van het land met de merken Ritmeester en Panter.

Het kantoor en achterliggend de fabriek van Ritmeester

Tabak werd populair als genotmiddel om te snuiven, te pruimen en door het te roken in een pijp. De geurige tabaksbladeren uit Azië maakten het roken van sigaren populair. Daar kreeg de streek rond Amerongen-Rhenen met de daar veel voorkomende tabaksteelt, een gevoelige tik van. De daar geteelde tabak had onvoldoende aroma voor de sigaar. De streek profiteerde later pas mee van het succes van de sigaar, met werk in de sigarenfabrieken.

De familie Van Schuppen in Veenendaal werd rijk als textielfabrikant. Jongste zoon Jochem van Schuppen kreeg geen baan in het familiebedrijf en volgde een opleiding op een tabaksplantage in de Betuwe en Nederlands Oost-Indië. Aanvankelijk begon hij in zijn geboorteplaats met een tabakskerverij. Daar had hij geen succes mee. Hij stapte over op sigaren en kon al snel medewerkers in dienst nemen. Zijn broer Marinus stapte ook in de zaak en als Gebr. Van Schuppen’s Tabak- en Sigarenfabriek ‘De Nijverheid’ ging het hen voor de wind.

Nog handmatig werk in de jaren 1920

Na diverse uitbreidingen van het bedrijf werd in 1913 op Kerkewijk 65 een nieuw gebouw in gebruik genomen. Van Schuppen verkocht zijn sigaren onder het merk Ritmeester. Een naam die goed viel in deze tijden van oorlog. Na de Eerste Wereldoorlog kreeg de sigaar concurrentie van de sigaret en goedkope import uit Duitsland. Een groter probleem veroorzaakte de invoering van 10% accijns op tabak in 1922. Een prijsverhoging pakte niet goed uit en om de dalende verkoop te stuiten werden goedkopere sigaren van mindere kwaliteit gemaakt. Ook dat pakte verkeerd uit.

De sigarenfabriek van Ritmeester, gegroeid van de start in 1913 tot de omvang in 1934, tekening architecten Huibers & Jarring

De broers Van Schuppen zagen in deze jaren tijdens de Leipziger Messe een demonstratie van een zogenaamde bosjesmachine. De sigaar kon met dit apparaat voor het grootste deel machinaal worden gemaakt. Alleen het buitenste blad, het dekblad, moest handmatig worden aangebracht. Het werd een grote stap vooruit in de productie, tot dan volledig handwerk. Een goedkopere sigaar van hogere kwaliteit kon aangeboden worden. De machines werden aangeschaft. Ritmeester kon weer groeien.

Bolknakmachine

In 1933 volgde de herintroductie van de bolknak. Het succes was zo groot dat Ritmeester zelfs groeide in de moeilijke jaren ’30 van de 20e eeuw. Mensen van aanzien gingen de bolknak roken en Ritmeester was succesvol met haar reclamecampagnes. Het aantal werknemers ging van 325 naar 1.700. In 1937 kocht Ritmeester de failliete textielfabriek Roesingh op het adres Kerkewijk 115 en vestigde er haar kantoor. Het merk Panter werd er ook van overgenomen. Het succes was opmerkelijk, in de provincie en stad Utrecht gingen in deze periode veel sigarenfabrieken over de kop.

De video toont de machinale vervaardiging van sigaren:

Na de Tweede Wereldoorlog groeide Ritmeester door. Het bedrijf nam veel mensen aan uit de kwijnende wolindustrie en de fabriek werd uitgebreid met grote hallen. Fabriekshallen die allen voorzien waren van sheddaken om onder daglicht de kwaliteit van tabaksbladeren te beoordelen. er werkten tot 1.700 medewerkers bij de fabriek. Maar de ooit zeer populaire sigaar raakte uit de mode bij het grote publiek en sigarenrokers stierven uit. Vanaf de jaren 1970 zakte de sigarenindustrie weg. Ritmeester kwam in 1989 in handen van het Zwitserse tabaksconcern Burger Söhne. In 2006 sloot de fabriek, de laatste 160 medewerkers kregen ontslag, en een jaar later vertrok het hoofdkantoor van Ritmeester Cigars naar Den Bosch, waarmee een einde kwam aan de Veenendaalse sigarenindustrie.

Het terrein van Ritmeester beslaat 1,7 ha. en wordt herontwikkeld. Ritmeester Cigars had na 2007 het voornemen om dit zelf te doen. Het plan was een deel van de jongste hallen te slopen om een binnenplein mogelijk te maken. Aan de randen konden dan nieuwe woningen komen. Het oudste fabrieksdeel van voor 1950 zou behouden blijven met een deel van de fabriekshallen met haar kenmerkende sheddaken. Die plannen zijn van de baan door de aanwezigheid van hoogspanningsleidingen.

De fabriek met de tussen 1951 en 1970 bijgebouwde productiehallen

Na jaren vertraging is in 2018 met de herontwikkeling gestopt. In de tussentijd is de fabriek ingericht voor flexibele werkplekken onder de naam ‘De Sigarenfabriek’. De toekomst van het fabriekscomplex is momenteel ongewis.

Veenendaal heeft nog steeds een blijvende herinnering aan een ooit succesvolle bedrijfstak. Het ensemble van sigarenfabriek, kantoor en villa’s is uniek voor Nederland.

Datering1913
AdresKerkewijk 63, 65, 67 en 115, 3901 EC Veenendaal
Soortindustriële omgeving en gebouwen van cultuurhistorische waarde
Trefwoordcentraal in het land gelegen bedrijvigheid
Tagged on: