Het Rijkswegenplan uit 1936 wil verkeer om de stad gaan leiden. Het werd te druk in de stad. De Waterlinieweg in Utrecht is als rijksweg aangelegd met een ongelijkvloerse rotonde, een unicum met de naam Berekuil. Tegelijkertijd snelverkeer, langzaam verkeer en inmiddels de bus over een busbaan.
De vanzelfsprekendheid van nieuwe wegen na de komst van de auto was er niet. De verwachtingen waren direct wel hoog gespannen, maar de betrouwbaarheid van de wegen gaf maar een bescheiden toename van het aantal. Er moest geconcurreerd worden met een ander zeer populair wordend vervoermiddel: de fiets en de comfortabele tram. De bestaande wegen waren niet berekend op autoverkeer en hogere snelheden.
Het viel met de hoeveelheid automobielen overigens nog lang mee. Dat bleef tot 1940 op 100.000 exemplaren in Nederland steken. Maar vracht- en busvervoer stelden in de jaren 1920 al hun eisen. Ook nam het aantal verkeersslachtoffers snel toe. In de grote verwachting dat het autoverkeer de toekomst had, werd op landelijk niveau de taak voor het realiseren en onderhouden van rijkswegen opgepakt. Rijkswaterstaat kreeg er een taak bij.
In 1927 werd een eerste rijkswegenplan gepubliceerd. Onderdeel van het plan waren de rechtstreekse verbindingen tussen de grote steden. Tussen het maken van plannen en uitvoeren zat veel tijd. Na verschillende andere ontwerpen, waarbij het verkeer juist de centra moest aandoen, kwam in 1936 een plan met rondwegen om de steden. Het doorgaand verkeer wordt daarmee om de stad geleid. Dat laatste was niet onomstreden, de stad zou bezoekers gaan missen.
Utrecht omarmde het idee van het rijkswegenplan uit 1936 direct. De stad maakte al eerder in 1920 en 1924 stedenbouwkundige plannen met rondwegen. De geplande oostelijke ringweg zou de eerste worden. Het is in die periode dat een aanvang wordt genomen met de uitvoering van de plannen. De weg moest van het ministerie van Oorlog binnen de fortenlijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd worden. De aansluiting met de weg naar De Bilt en Zeist, de Biltsestraatweg, liep inmiddels al dwars door het fort De Bilt heen. Er was wel een ander op te lossen knooppunt. Voor de verwachte verkeersdrukte voor de aansluiting tussen de geplande rijksweg 27 en rijksweg 28 zou een rotonde niet volstaan. Daarvoor had de Biltstraat en de Biltsestraatweg een te belangrijke functie voor het langzaam verkeer.
Om het langzaam verkeer te scheiden van het snelverkeer ontwierp de rijksdienst een verkeersplein met twee verdiepingen: de onderste voor fietsers en bromfietsers en de bovenste voor het overige verkeer. Dat betekende wel dat het verkeer met paard en wagen zich nog bleef mengen met het snelverkeer, maar dat was niet ongewoon. Hier kon het door de aanleg van dubbele wegen al veel beter. Alle verkeer stuitte op een rotonde op een eigen niveau en daar zouden de voorrangsregels zorgen voor weinig oponthoud. De naam van dit type ongelijkvloerse rotonde heet berenkuil. Utrecht heeft het prototype. De naam van de rotonde in Utrecht is van voor de nieuwere spelling: ‘de Berekuil’.
De N.V. Maatschappij tot het uitvoeren van Bouwwerken in Gewapend Beton v\h Wolterbeek en van Dorp uit Rotterdam nam het werk aan en was verantwoordelijk voor de bouw. In 1939 begon de uitvoering en de volledige voltooiing was in 1944. De nieuwe rondweg werd al in 1942 opengesteld als rijksweg 27 tussen rijksweg 12 en de Berekuil. In die nieuwe rijksweg waren meer ongelijkvloerse kruisingen opgenomen. Het was een groot werk met de verkeersviaducten over de spoorlijnen Utrecht-Den Bosch en Utrecht-Arnhem, de Stadionlaan, Koningsweg en de verkeersbrug over de Kromme Rijn. De nieuwe rondweg deed van 1960 tot 1986 dienst als A27. De naam Waterlinieweg volgde uit de ligging parallel aan de Lunetten, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Het verkeersplein heeft in de periode 1998-2002 nog een grote aanpassing gehad. De vrije busbaan van Utrecht-Centrum naar de Uithof (Utrecht Science Park) moest door het verkeersplein aangelegd worden. Met een diepere tunnel werd een kwart van de onderste laag gewijzigd naar de openbaar vervoer functie. De Waterlinieweg en de Berekuil behoren nu tot de gemeentelijke wegen. De Waterlinieweg is nu een vierbaans 70 km verkeersweg met busbaan en datzelfde geldt voor de verbinding met de provinciale weg, de Biltsestraatweg N237.
Dankzij de aanleg van nieuwe rondwegen om Utrecht kan De Berekuil nog lang mee. De Berekuil bestaat niet alleen uit een ongelijkvloerse rotonde. Aansluitend werd langs de Biltsestraatweg, het gedeelte door het fort De Bilt, een speciaal uitgevoerd hekwerk gemaakt met daarin zelfs bushaltes. Ook de bruggen met leuningen over de omgrachting van het fort horen bij de rotonde. De complete berenkuil is in 2016 een gemeentelijk monument geworden.
Datering | 1941 |
Adres | Kruising Biltstraat-Biltsestraatweg en Waterlinieweg, Utrecht |
Soort | omgeving en object van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan wegen verbonden bebouwing |