Het Oosterspoorwegstation is geopend in 1873. Mede door de ligging nabij Soestdijk heeft het een voorname uitstraling met veel decoratief houtwerk. En meer, het moest voldoen aan de eisen van Prins Hendrik met een Koninklijke wachtkamer.
Het station ligt aan de Oosterspoorweg, de lijn van Amsterdam via Baarn en Amersfoort naar Zutphen. Het Oosterspoor en het station te Baarn is aangelegd door de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij HIJSM, later werd dat de Hollandse Spoorweg Maatschappij HSM. De concessie voor de nieuw aan te leggen spoorlijn is in 1870 afgegeven.
De komst van het Oosterspoor betekende voor Baarn, Hilversum en Bussum een revolutie. Plotseling was Amsterdam veel dichterbij gekomen. Dorpelingen konden voortaan veel gemakkelijker hun waren in de stad aanbieden. Andersom ontdekten de stedelingen de charme van het platteland. Een uitje naar het Gooi op zondag werd populair door de aanwezigheid van schone lucht, schoon water en ruimte. Velen maakten de stap om te gaan wonen in deze omgeving. Voor de dorpen betekende het de start van een spectaculaire groei. De jaren rond 1900 lieten eveneens een sterke culturele opbloei zien. Naast natuur werden ook de beeldende kunsten, architectuur en literatuur door de toen landelijke omgeving geïnspireerd.
Baarn is de op deze lijn opstapplaats voor koninklijk bezoek aan paleis Soestdijk of kasteel Drakensteijn. Prins Hendrik zorgde er persoonlijk voor dat het station met allure werd ontworpen en een koninklijke wachtkamer kreeg. In ruil stond hij diverse domeingronden af voor de aanleg van het spoor. De wens om Soestdijk aan te sluiten moest echter worden ingeslikt. Zijn broer Koning Willem III had voor Het Loo in Apeldoorn namelijk ook geen aansluiting gekregen. Dat paleis Soestdijk bijna dertig jaar later wel een station kreeg, kwam door de aanleg van Het Stichtse Lijntje, waarvan De Generaal het station in Baarn was.
De Oosterspoorweg heeft voorbij Hilversum een aftakking naar de stad Utrecht. Het Spoorwegmuseum is gevestigd in het station van het Oosterspoorweg en in deze stad. De lijn eindigde daar met een verbinding met de spoorlijnen richting Den Bosch. Nu loopt dit deel van het spoor dood.
De aanleg van de Oosterspoorweg was geen vanzelfsprekendheid. De HIJSM schrok na de aanleg van de eerste spoorlijn in Nederland tussen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam terug voor grote investeringen. De aanleg van de Oosterspoorweg kon niet terug verdiend worden met passagiersvervoer langs de lijn, daarvoor waren de plaatsen te klein. Lucratief was het goederenvervoer, vooral vrachtvervoer uit Duitsland. Maar daarvoor moesten rivieren overbrugd worden, in dit geval de IJssel.
De nieuwe lijn ging concurreren met het al rijdende spoor over de lijn van Amsterdam over Utrecht en Arnhem naar Duitsland. Die lijn was van de Nederlandse Rhijnspoorweg Maatschappij, de concurrent. Deze maatschappij was gedurfder geweest in het investeren en dat bleek te lonen. De HIJSM volgde dit voorbeeld. De verbinding naar Duitsland via het oosten kwam in 1880 gereed met de verbinding Winterswijk en Bocholt. Dat eindpunt van de lijn was indertijd belangrijk voor het kolentransport vanuit het Ruhrgebied.
Goedkeuring van de overheid kwam er voor de Oosterspoorweg. Een nabij Soestdijk te bouwen station met Koninklijke wachtkamer in Baarn heeft bij dat besluit ongetwijfeld een rol gespeeld. Het heeft lang het Oosterspoorwegstation geheten, omdat er een nog tweede kwam. Het station is een rijksmonument en markeert voor Baarn het begin van van haar groei.
Datering | 1873 |
Adres | Stationsplein 68, 3743 KM Baarn |
Soort | gebouw van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan spoor verbonden bebouwing |