De Pastoefabriek bestaat uit delen van de Faience- en Tegelfabriek ‘Holland’. Een bedrijf dat stamde uit de rijke traditie van het beschilderde keramiek, zoals tegeltableaus. De Utrechtse Machinale Stoel en Meubelfabriek (UMS) nam in 1918 de hallen van deze fabriek over en werd groot met Pastoe.
De UMS ging in 1948 over op de productie van modern Pastoe-meubilair. Maar de geschiedenis begon op deze plek met aardewerk en keramiek. Faience- en tegelfabriek ‘Holland’ is op deze locatie opgericht in 1893 door Jan Willem Mijnlieff. Met de faience techniek wordt klei met kalk of mergel gemengd. En zo lijkt het aardewerk en keramiek voor tegels en potterie op het wittere Chinees porselein. Steenfabriek De Liesbosch van de familie Mijnlieff stond al aan de Vaartsche Rijn. Restanten van de steenoven staan op Verlengde Hoogravenseweg 17.
Utrecht had eeuwenlang een bloeiende bedrijfstak in tegelwerk en muursteentjes met veel export naar het buitenland. Tegelfabriek ‘Holland’ van Mijnlieff produceerde handbeschilderd aardewerk en keramiek van hoogstaande kwaliteit. Het werk van ‘Holand’ kent een eigen, herkenbare vormgeving met opvallende modellen, zorgvuldig uitgewerkte decors en flamboyante vormen binnen een warm kleurenpalet. De fabriek produceerde zowel series als eenmalige producties van vazen tot tegelplateaus in bijvoorbeeld winkels of andere openbare locaties.
De fabriek ging in 1917 ter ziele door het wegvallen van de export in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). In de collectie van het Nederlands Tegelmuseum zijn tegeltableaus van ‘Holland’ te bewonderen, waaronder plateau ‘Lente’ uit het voormalig Rotterdams filiaal van de kruideniersketen van P. de Gruyter (bovenste foto links). ‘Holland’ was niet de enige tegelfabriek van Utrecht. In 1918 verhuisde naar een locatie naast deze fabriek een veel oudere bedrijf, de Faience – en tegelfabriek Ravesteyn-Westraven.
De gebouwen van ‘Holland’ werden overgenomen door een meubelmaker. Frits Loeb (1889-1959) had een winkel aan de Ganzenmarkt in Utrecht. In 1913 besloot de ondernemer zelf stoelen te gaan produceren in een kleine ambachtelijke timmerfabriek. Vijf jaar later kocht Loeb in 1918 uit de faillissementsboedel van ‘Holland’ de fabriekslocatie en de opstallen. Hij verplaatste de productie van meubelen naar deze gebouwen op Rotsoord in Utrecht. De fabriek werd indertijd de Utrechtsche Machinale Stoel- en Meubelfabriek (UMS) genoemd. Pastoe zou tot 2015 op deze plaats blijven.
Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) zorgde directeur Cees Braakman (1917-1995) met de UMS fabriek voor een heuse interieurrevolutie in Nederland. Hij was de motor achter het ‘pas-toe’ meubelsysteem. De meubelmakers van de tot die tijd gangbare zware meubelen kregen concurrentie van deze fabriek die moderne lichte meubelen die zelf samen te stellen zijn (‘pas toe’ ). Met eigen meubelontwerpen en die van bekende architecten als A. Kool zorgden voor groei in de afzet.
UMS Pastoe werd een voor Nederlandse begrippen grote fabriek. Het fabriekscomplex is in de loop der jaren uitgebreid. In 1952 werd een grote hal met een bijzonder sheddak gerealiseerd. In de gevel van de ‘schelpensheddakhal’ zijn gevelreliëfs opgenomen van meubelmakers, op bovenstaande foto de onderste rand. Het complex bestaat naast fabriekshallen uit een ovengebouw, ketelhuis, generatorgebouw en mottoren voor de opvang van zaagsel.
Het succes van de kastprogramma’s van modern design bezorgde Pastoe een grote naam. Hernieuwd succes kreeg de fabriek onder leiding van Harm Scheltens met het uitbrengen van de kast ‘A’dammer’, op de bovenste foto aan de rechterzijde. Pastoe blijft door het aantrekken van vernieuwende ontwerpers een modern merk van hoge kwaliteit. Door de fabricage van meubeldelen in andere landen had Pastoe in de loop der jaren wel minder ruimte nodig. Het UMS deel van de fabriek werd jarenlang de showroom van Nederlandse meubelfabrieken. In het fabriekspand werkten de laatste jaren tot zestig werknemers aan de vervaardiging van kastprogramma’s, zitelementen en tafels. Pastoe is in 2015 verhuisd naar Houten.
Het fabriekscomplex bestaat uit gebouwen uit verschillende tijden, inclusief een ingebouwde gevel van een woonhuis bij faience- en tegelfabriek ‘Holland’. Na 2015 heeft een nieuwe ontwikkeling geleid tot De Pastoefabriek: met werkplekken voor creatieve bedrijven, horeca en onderwijs. De Hogeschool voor de Kunsten HKU heeft in het grootste deel van het complex ateliers en onderwijsruimtes. Twee restaurants zijn er ook te vinden, in de zagerij en het ketelhuis. Op deze locatie is en wordt historie geschreven.
Datering | 1893-1918 |
Adres | Rotsoord 3-5, 3523 TL Utrecht |
Soort | industriële omgeving en gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan water verbonden en centraal in het land gelegen bedrijvigheid |