Een korte balans van 2016 over het industrieel erfgoed in de provincie Utrecht. Daar beginnen we het nieuwe jaar 2017 mee. Het is slechts een greep uit gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Behoud van cultureel erfgoed gaat niet vanzelf. Het helpt als de buurt zich organiseert, creatieve ideeën een kans krijgen en het publiek op het juiste moment op de bres staat.
Monumenten blijven niet vanzelf staan of liggen, bijvoor­beeld de oude haven van Spakenburg. In 2016 zijn preventieve maatregelen genomen. De oude haven is nu beschermd tegen hogere waterstanden. Op ingenieuze wijze zijn de waterschotten verstopt in de kade. Zo blijft het een authentieke haven, van de modernste middelen voorzien. De botterwerf is sinds januari gefundeerd met twee heipalen van 27 meter, de hellingen verzakken niet langer. De oudste scheepswerf van Nederland blijft doen wat ze al bijna 500 jaar doet: botters bouwen en restaureren.

De gemeente Oudewater gaat dit jaar de eeuwenoude Romeijnbrug in het centrum van de stad weghalen en vervangen voor een nieuw exemplaar. De brug werd in 1591 aangelegd en in 1860 aangepast voor paarden en wagens. Sinds 2013 mogen alleen nog voetgangers de brug over. Om de bereikbaarheid van de binnenstad beter te maken, komt er dit jaar een compleet nieuwe brug. Het ontwerp gaat lijken op de eerste vaste oeververbinding uit de middeleeuwen, dat is beloofd. Auto’s kunnen er daarna weer over. En zo blijft het verkeer haar tol eisen.

In Utrecht blijft het tobben met industrieel erfgoed van de Nederlandse Spoorwegen. Ineens werd begin 2016 het plan voor tijdelijk gebruik van een spoorwegloods aan de Concordiastraat door DEPOT gestopt. Een bovenbouwloods aan de 2e Daalsedijk wordt herontwikkeld door een project­ontwikkelaar. Daar mag nu nog de ‘Snorfabriek’ gebruik van maken. Een derde loods is NS zelf aan het herontwikkelen. Wat het op termijn gaat worden? De plannen worden angstvallig op afstand van het publiek gehouden. De NS kan het met de gemeentelijke diensten heel goed zelf bepalen.

De huizen zijn jarenlang gebruikt als ‘dienstwoningen’ van Rijkswaterstaat. Voor WO II stonden ze al bij de Beatrixsluis te Nieuwegein. Door uitbreiding van het sluizencomplex komen ze op een sluiseiland te staan, maar niet meer voor bewoning. Rijkswaterstaat heeft de huizen als potentiële plaats voor de bedieningscentrale in de aanbesteding van de nieuwe sluis meegenomen. De winnende aannemer gaat het die bestemming geven, ze blijven behouden. Zo wordt op een mooie manier erfgoed hergebruikt.

In maart 2016 ging de Buitenwegse molen in Zuilen in vlammen op. Helaas is de dader niet gepakt. De wipmolen stamt uit 1830 en is Rijksmonument. Het Utrechts Landschap hersteld de molen, er zijn voldoende monumen­tale delen gespaard gebleven.

Kort voor WO II is de Nederlandse Spoorwegen begonnen met de elektrificatie van het spoor. Huisarchitect Sybolt van Ravesteyn heeft vele van deze onderstations (transformatorhuizen) mogen ontwerpen, deze in Amersfoort is in 1941 gereed gekomen. Na de oorlog zijn nog veel meer van deze soortgelijke transformatorhuizen gebouwd, overal in het land. Het zijn notoire objecten langs het spoor voor graffity. Het kan ook anders en mooier, deze graffity is recent in opdracht aangebracht. De trein reed iets te snel om de fotograaf een volledig beeld te laten nemen, dus let op bij Amersfoort.

In Vianen heeft waterleidingbedrijf Oasen het open skelet van haar Rijksmonument uit 1909 opnieuw geconserveerd (foto). Ook beton heeft onderhoud nodig. De watertoren is buiten gebruik maar blijft in bezit van Oasen. Van de acht watertorens die Vitens wil verkopen zijn er het afgelopen jaar drie in andere handen overgegaan: Amersfoort, Breukelen en Lauwerhof Utrecht. Vitens verkoopt ze niet tegelijk. Zo is nu watertoren Overvecht te Utrecht aan de beurt. De watertorens van De Bilt, Lopik, Nieuwegein en Mijdrecht volgen. In Woerden heeft de ontwikkelaar van de watertoren een nieuwe eigenaar gevonden. Dit jaar gaat de verbouwing en herbestemming plaatsvinden.

Den Dolder heeft haar bestaan te danken aan de spoorlijn en het initiatief van de heer Pleines om er een zeepfabriek te beginnen. De zeepfabriek is deels behouden gebleven in het complex van de Remia fabriek. Beelden daarvan zijn in de documentaire Gebruikte Stenen te zien. Voor de arbeiders in het dorp heeft Woningbouwvereniging Duivendorp een dertigtal woningen gerealiseerd in 1920, het ‘Duivendorp’. Een meerderheid van de bewoners heeft vorig jaar gekozen voor vernieuwing en modernisering van de bestaande woningen. Het is de manier om erfgoed te behouden.

In oktober en november vonden de uitzendingen plaats van ‘Gebruikte Stenen’: een viertal documentaires over het industrieel erfgoed in onze provincie. De documentaires zijn door Beeldland gemaakt en in samenwerking met USINE tot stand gekomen. USINE heeft bijdragen ontvangen van het K.F. Heinfonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds om het financieel mogelijk te maken. De vier documentaires zijn elk 20 minuten en op onze website staan de links om ze terug te zien. Door gebruik te maken van drones bevatten ze unieke beelden. Elke documentaire heeft een andere invalshoek en besteed aandacht aan erfgoed in de gehele provincie. Bekijk Gebruikte Stenen, alle vier afleveringen zijn beslist de moeite waard.

Tot de weinig authentieke industriële complexen behoort Warner Jenkinson in Amersfoort. Ooit is op deze plaats een luciferfabriek begonnen en de industriële periode is in 2002 geëindigd als kleurstoffenfabriek. Vele verschillende gebouwen zijn steeds weer hergebruikt. Het behoud van de onderling nogal afwijkende gebouwen is de laatste periode te danken geweest aan de WAR, met individuele ateliers, werkplaatsen, kantoren en publieksevenementen zoals de FabLab, het TransitieLab etc.. Aan dit alles komt een eind: de gemeente Amersfoort heeft gekozen voor geld. Het complex is verkocht aan de hoogste bieder.

De voormalige brandweerkazerne met slangentoren aan de Gaslaan in Maarssen-Dorp is gesloopt. De gemeente Stichtse Vecht is doof gebleven voor geluiden om het als erfgoed een kans te geven. Projectontwikkelaars hadden de potentie van de locatie al geroken. We zijn toch allemaal gevoelig voor hun argumenten. Houden we niet allemaal op z’n tijd van iets nieuws? Mensen moeten toch fatsoenlijk kunnen wonen? Monumenten kosten toch alleen maar geld? De gemeente heeft de voorkeur gegeven aan nieuwe woningen op dit terrein, daar is altijd een tekort aan.

Herontwikkeling van industrieel erfgoed vraagt een lange adem. Hulp is beslist nodig, bijvoorbeeld doordat het een gemeentelijk monument is. In Utrecht staan twee voorbeelden: de Neerlandia en de Lubro fabriek. In de Neerlandia fabriek komen nu 66 vrije sector huurwoningen. Een belegger heeft ze in één keer gekocht. Ook de Lubro fabriek komt binnenkort aan de beurt. Hoopvol nieuws is er ook voor ‘De Klop’: een in 2007 illegaal gesloopt fabriekspand, gemeentelijk monument, aan de Vaartsche Rijn. Dankzij de aantrekkende woningbouwmarkt wordt het pand mogelijk binnenkort herbouwd, daarover dan volgend jaar meer.

Schoorstenen zijn de vlaggendragers van industrieel erfgoed, zo zijn ze althans te beschouwen. Amersfoort heeft in 2016 de schoorsteen van het gesloten Elisabeth ziekenhuis op de monumentenlijst geplaatst. Dat is zeker door toedoen van Siesta en vervolgens ook de enthousiaste groep buurtbewoners die het monument graag in het nieuwe Elisabeth Groen zien staan: een stadspark voor en door bewoners. Ook het ketelhuis blijft staan.

De provincie Utrecht heeft nog ongeveer 50 schoorstenen uit het industrieel verleden. USINE wil graag de Werkspoor schoorsteen herstellen in Utrecht, wij zijn daar in 2015 mee begonnen. Wij hebben al veel steun voor de crowdfund herstel-schoorsteen gehad. In 2017 hopen we de herstelactie met hulp van de gemeente af te ronden.

Tagged on: