Douwe Egberts, Utrechtse Walswerken en Metaaldraadlampenfabriek: het gebouwencomplex van de koffiebrander in Utrecht bestaat uit verschillende gebouwen. In 1929 vestigde DE zich in de boedel van Lampenfabriek ‘Holland’. Die fabriek stond naast de walswerken van Hamburger.
Metaaldraadlampenfabriek ‘Holland’ heeft bestaan van 1885 tot 1929. De productie van lampen bestond uit metaalbewerking en glastechniek. Nu denken we bij metaaldraadlampen direct aan gloeilampen, maar bij ‘Holland’ is na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) het voornaamste product met de hoogste toegevoegde waarde de radiolamp. De lampenmarkt heeft zeer veel fabrikanten gekend, maar door een agressieve expansiestrategie bleef in Nederland alleen Philips overeind staan. Met ‘Holland’ was het in 1929 gebeurt. Bovenstaande foto toont de toenmalige gebouwen met een nieuwe gebruiker: Douwe Egberts.
Naast de fabriek van ‘Holland’ vestigde zich in 1915 de Utrechtsche Walswerken erven A.E. Hamburger. De grondlegger van dat bedrijf is A.D. Hamburger. De handelsfamilie in lompen en metalen begon in 1866 met een loodpletterij achter het woonhuis op de Oudegracht. De installatie van een door stoomkracht aangedreven loodpletterij en -perserij had wel wat voeten in aarde, maar de buren konden het niet tegengehouden. Een Hinderwet bestond nog niet. Het werd de start van een uiteindelijk landelijk werkend bedrijf voor de bewerking van en handel in lood, zink en andere metalen.
Het bedrijf verhuisde al in 1871 van de binnenstad van Utrecht naar een locatie aan de Leidse Vaart bij de Riouwstraat. De productie ging omhoog van 250.000 kg lood naar meer dan 4 miljoen kg per jaar, voldoende voor de jaarlijkse behoefte van Nederland. De walsen draaiden dag en nacht. Het geheel werd aangedreven door drie stoommachines. Een vestiging in Rijswijk zorgt voor verdere expansie.
In 1915 zorgde onenigheid binnen de familie Hamburger voor een afsplitsing van het bedrijf. Onder de naam Utrechtsche Walswerken erven A.E. Hamburger startte in Utrecht een nieuwe metaalfabriek op een locatie aan het Merwedekanaal. In deze nieuwe pletterij werden blokken zink, afkomstig uit België en Duitsland, verwerkt tot zinken platen. Een eigen energiecentrale maakte deel uit van het bedrijfscomplex. Het bedrijf is nog uitgebreid, maar de productie stopte in 1955. De op deze locatie overgebleven gebouwen zijn daarna gekocht door Douwe Egberts.
Douwe Egberts is begonnen in Joure. Vanwege de centrale ligging van Utrecht werd die plaats in 1919 de tweede vestiging. Van daaruit kwam het gehele land binnen bereik. De eerste locatie was een voormalig badhuis aan de voor schepen bereikbare plaats aan de Catharijnekade. In 1929 werd die locatie te klein en verhuisde Douwe Egberts naar de boedel van ‘Holland’ aan het Merwedekanaal. Het bedrijf is daar sindsdien verder gegroeid. De overname van de gebouwen van Hamburger was in 1955 een logische stap.
Het door Douwe Egberts in 1924 ingevoerde geschenken systeem bleek zeer succesvol. Maar de echte overlevingsstrategie bleef grotendeels verborgen voor het publiek. Grootwinkelbedrijven kwamen met eigen huismerken en verdrongen met hun lagere prijs de merkartikelen van de winkelschappen. Douwe Egberts was bereid om de leveranties van koffiemelanges aan de winkelbedrijven te doen. Toen het grootwinkelbedrijf de markt bijna geheel ging beheersen, kon DE zich handhaven. Dit laatste in tegenstelling tot bijvoorbeeld concurrent Van Nelle.
De ontwikkeling van de koffiemarkt bleef in beweging, zoals de markt met koffiesiroop voor koffieautomaten. Nog weer later werden samen met Philips zeer succesvol de koffiepads voor de Senseo geïntroduceerd. Versgemalen melanges zijn momenteel in trek en daar zijn bijna alle koffieautomaten al op aangepast. De schoorsteen van Douwe Egberts blijft er op roken.
Datering | 1913, 1914 en 1929 |
Adres | Keulsekade 143-144, Vleutensevaart 35, 3531 JX Utrecht |
Soort | industriële omgeving en gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan water verbonden regionale bedrijvigheid en later landelijke industrie |