Watertoren Lauwerhof kwam er pas in 1895. Utrecht aarzelde met de aanleg van waterleiding, ondanks de slechte kwaliteit van het putwater. In 1878 was het zover, maar nog geen watertoren. Het waterleidingbedrijf betrok haar water uit het hoger gelegen Soest. De eerste watertoren kwam 17 jaar later in de binnenstad in de achtertuin van het kantoor en de woning van de directeur.
De watervoorziening in de stad werd sinds jaar en dag geregeld met putten. Putten waar later pompen op geplaatst werden. Diverse oude huizen binnen de singels hebben nog een put of waterkelder. Welwater uit de grond zorgde voor het op peil blijven van de voorraad. In de loop van de 19e eeuw raakte het water steeds meer vervuild. Door de groei van de bevolking kwamen er meer openbare pompen, zoals ze er nog staan op de Mariaplaats, de Breedstraat, bij de Geertekerk, Buurkerk en de Jacobikerk. Maar de groeiende bevolking zorgde ook voor vervuiling van de stad en haar grondwater. Schoner drinkwater werd al in de tweede helft van de 19e eeuw in tonnen van elders aangevoerd. Voor de was voldeed nog lang het water uit de grachten en singels.
In 1873 pleitte de cholera-commissie voor de aanleg van een waterleiding. Amsterdam had sinds 1853 al een waterleiding, Utrecht stelde het uit. In 1878 was het wel zover. Een ingestelde commissie somde vele voordelen op: naast goed drinkwater kon het ook gebruikt worden voor de was, reinheid van lijf, waterclosets en doorspoeling van riolen, wassen van paarden en rijtuigen en -niet onbelangrijk- voldoende bluswater. De gemeente gaf een concessie af aan de Luikse Compagnie Générale des Conduites d’Eau. In 1881 richtte zij de Compagnie des Eaux d’Utrecht op.
Schoon water was nodig en werd gevonden in Soest. De zandgronden van Soestduinen bleken zeer geschikt om het water op te pompen. Van daar werd het via reinwaterbassins vanaf de 57 meter hoge heuvel door buizen naar Utrecht geleid. De aanleg van de waterleiding in de straten en huizen in Utrecht was een omvangrijke klus. In 1883 kwam het eerste water uit de kranen in de stad. Bij een proef op het Domplein spoot het water 22 meter hoog, er was voldoende druk. Voor de exploitatie is de Utrechtse Waterleiding Maatschappij (UWM) opgericht met C.P. Metelerkamp als directeur. P.E. Rijk is na het overlijden van Metelerkamp in 1895 directeur van de UWM en hield kantoor aan de Lauwerhof.
Het duurde lang voordat alle woningen op de waterleiding waren aangesloten. In 1892 was nog niet de helft aangesloten, vooral de arbeiderswoningen niet. De waterafname nam echter zo toe dat de druk teveel terugliep. Het spoot al lang geen 22 meter hoog meer. Een eerste watertoren werd nodig, maar niemand wou zo’n gevaarte in de buurt. Het Neude werd afgewezen als centrale plaats. Directeur Rijk van de Utrechtse Waterleiding Maatschappij stelde de tuin bij het kantoor en zijn huis aan de Lauwerhof beschikbaar. In 1895 begonnen de bouwwerkzaamheden en de ingebruikstelling was een jaar later.
Het ontwerp van de eerste watertoren aan de Lauwerhof is van toenmalig technisch medewerker P.E. Rijk (later directeur) en zijn opvolger L.C. Dumont. De Goudse aannemer Dessing voerde het werk uit. De toren is 39 meter hoog en het op 30 meter hoogte aangebrachte waterreservoir heeft een inhoud van 1.500 m³. Met die inhoud is het de grootste die in Nederland is toegepast. Het vat is geleverd en in elkaar geklonken door de Duitse firma F.A. Neumann. De toren is nu een Rijksmonument.
Na de eerste watertoren in de stad volgde al snel in 1897 een watertoren aan de Riouwstraat voor het stadsdeel Lombok (gesloopt). In 1905 werd de watertoren aan Heuveloord in gebruik genomen, in 1918 aan de Amsterdamsestraatweg en in 1935 aan de Antoniedijk – nu Neckardreef in Overvecht.
Het Waterleidingmuseum was in de periode van 1983 tot eind 2010 gevestigd in de toren. Per 1 januari 2011 is het museum gesloten omdat waterleidingbedrijf Vitens haar financiële bijdrage beëindigde. Vitens heeft in 2016 de toren verkocht. In de watertoren zijn inmiddels een viertal appartementen gerealiseerd. In 2022 is de watertoren doorverkocht.
Datering | 1896 |
Adres | Lauwerhof 29, 3512 VD Utrecht |
Soort | industrieel gebouw van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | nutsbedrijf voor de drinkwatervoorziening |