Edelsmederij Brom is groot geworden door de emancipatie van de katholieke kerk in de 19e eeuw. Het bedrijf had een toonzaal met gastenontvangst en kantoor op de Drift en een werkplaats met smeltoven op de Keizerstraat. De schoorsteen in de Keizerstraat is nog getuige.
Grondlegger is Gerardus Bartholomeus Brom (1831-1882). Zijn zoon Jan Hendrik nam later het atelier over. De start van het bedrijf was een atelier op de Springweg. Brom leerde het vak als koperslager bij de firma Van Kempen op de Oudegracht in Utrecht. Hij begon een eigen atelier in 1856. Deze werkplaats veranderde geleidelijk in een kunstwerkplaats. Veel kerkelijk vaatwerk (zoals monstrans en kelken) en andere katholieke versierselen kwamen uit het atelier. Jan Hendrik Brom (1860-1915) nam als oudste zoon de zaak in 1882 over. Van zijn vader leerde hij al op jonge leeftijd de goudsmeedkunst. Beeldhouwer Friedrich Mengelberg bracht hem tekenen en boetseren bij. Verder verdiepte hij zich in de grote meesters, in architectonische vormen uit de middeleeuwen en was hij bekend met kunst uit Frankrijk en Italië.
Jan Hendrik ontwikkelde een volledig eigen stijl, voor die tijd modern. Hij werd er internationaal bekend mee. Jan Hendrik is de opdrachtgever van het pand in de Keizerstraat met de vm smeltoven en schoorsteen. Het pand op de Drift werd in zijn opdracht aangekocht en verbouwd. De broers en edelsmeden Jan Eloy Brom (1891-1954) en Leo Brom (1898-1965) hebben na de dood van hun vader de leiding over het bedrijf.
Het atelier op de Drift in Utrecht groeide uit tot een toonaangevende werkplaats voor modern kerkelijk vaatwerk, sierwerk en kunstvoorwerpen met 50 man personeel in dienst. Het assortiment ging van babyrammelaars en serviesgoed tot kunstwerken en monstransen, allen in edelmetaal, van kerkelijke opdrachtgevers tot particulieren.
Het pand op de Drift was hoofdentree. De ateliers en werkplaatsen strekten zich uit over een strook grond tot de achterzijde op de Keizerstraat. Die werkplaatsen zijn er niet meer, met uitzondering van de tot woning omgebouwde smederij. In 1900 is de gevel van het monument op de Drift gereconstrueerd door architect P.J. Houtzagers in opdracht van edelsmid Brom. In het pand is een hal in een door Houtzagers ontworpen Art Nouveau-stijl. Op de Keizerstraat getuigt een hoge schoorsteen op het pand van nummer 15 nog van de voormalige activiteiten. In het onderliggende pand stond de smeltoven.
Een voorbeeld van het werk van Brom is zichtbaar in de buurt: de Stadsschouwburg Utrecht is in 1940-1941 voorzien van het beeld Muze. Het is gemaakt door Leo Brom naar een ontwerp van architect Willem Dudok. Een heel ander voorbeeld is het in 1947 door Jan Eloy Brom vervaardigde erezwaard voor generaal Dwight D. Eisenhower. Het is in opdracht van koningin Wilhelmina gemaakt als geschenk van het Nederlandse volk als symbool van dankbaarheid voor de bevrijding van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
Bij gebrek aan een opvolger is de edelsmederij in september 1961 gesloten, rond de tijd dat de vraag naar kerkelijk zilver drastisch verminderde. In 1962 kreeg iedereen door middel van een openbare verkoping de kans om gereedschappen of restmaterialen te kopen.
Het pand Drift 15 is in gebruik bij de Universiteit Utrecht. Keizerstraat 16 heeft een woonbestemming gekregen, met nieuwbouw op het erf achter dit pand.
Datering | 1897 (schoorsteen) |
Adres | Keizerstraat 16, Drift 15, 3512 Utrecht |
Soort | industrieel gebouw en object van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | lokale bedrijvigheid |

Het pand van de voormalige edelsmederij Brom met de gevelsteen Drift 15 in Utrecht