De Hoogheemraadschappen van de Lekdijk Bovendams en Benedendams zijn opgericht voor de verdediging tegen het Lekwater, in respectievelijk 1323 en 1328. Zowel in Schalkwijk als in Jaarsveld staat een historische dijkhuis.

Dijkhuis Hoogheemraadschap Lekdijk Benedendams te Jaarsveld

De termen Bovendams en Benedendams zijn ontstaan na de afdamming van de Hollandsche IJssel bij Vreeswijk. Op last van Graaf Floris V kwam de dam in 1285 tot stand (de Dam bij het Klaphek). Ten westen langs de Lopikerwaard heet de dijk Benedendams en ten oosten tot aan Amerongen Bovendams. Palen markeren de grens bij Nieuwegein-Zuid. Achter de Lekdijk heeft het grondgebied zich verder kunnen ontwikkelen.

Het gevaar van een overstromende rivier loert altijd. De Lekdijken moeten hoog genoeg gehouden worden om de soms forse waterstroom van de rivier te keren. Ingezetenen (eigenaren van grond) dragen bij aan het onderhoud van dijken, sloten en waterwegen in de polders achter de Lekdijken. Alle ingezetenen, ook de eigenaren van grond en gebouwen in bijvoorbeeld de stad Utrecht. Lang werden alle werkzaamheden uitbesteed of door de ingezetenen zelf gedaan. Jaarlijks wordt geschouwd bij de ingezetenen of ze hun taak vervuld hebben om eigen sloten vrij te houden.

Met markeringspalen, dijkslagpaaltjes en dijkbewakingspalen werd de dijk bewaakt, er staan er nog verschillende. Diverse andere hulpmiddelen werden aangebracht om het peil van de rivier in de gaten te houden, zoals peilschalen en zelfs peilschaalhuizen. Als het spannend werd of de dijk het wel zou houden, moest er gewaakt worden. Daarvoor stonden waakhuizen ter beschikking voor de schouwmeesters.

Door daling van de bodem en opslibbing van de rivieren werd het afwateren van het achterland op de Lek steeds problematischer. Het water moet omhoog gebracht worden. Vanaf de vijftiende eeuw deden watermolens dat werk. Eeuwenlang hielden ze het waterpeil in de polders op de gewenste hoogte. Stoomgemalen namen dit vanaf ca. 1870 over. Nu zijn het veelal elektrische gemalen met veel capaciteit.

Dijkhuis Hoogheemraadschap Lekdijk Bovendams te Schalkwijk

In de stad Utrecht stonden de administratieve kantoren van de Hoogheemraden, veelal de privéwoning van de administrateur met daarin kantoorruimte voor de enkele schrijvers en klerken. De bodes haalden bij de administrateur de rekeningen en leverden terug de geïncasseerde waterschapslasten.

Het bestuur van het Hoogheemraadschap, de dijkgraaf en heemraden, werden voor de jaarlijkse vergaderingen ontboden bij de dijkgraaf aan huis. Dat weerspiegelde ook goed de gezagsverhoudingen van die tijd. Pas laat in de negentiende eeuw ontstond bij de Hoogheemraadschappen behoefte aan eigen gebouwen en daaraan zal de in de loop der tijd veranderende bestuursstijl een rol in hebben gespeeld. De besturen kregen voor hun vergaderingen de beschikking over statige panden.

In Schalkwijk staat het in 1865 gebouwde Hoogheemraadhuis Lekdijk Bovendams en in Jaarsveld het in 1903 vernieuwde Hoogheemraadhuis Lekdijk Benedendams. Beide panden zijn rijksmonument. Beide Hoogheemraden zijn inmiddels opgegaan in het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het geheel van panden, palen en gemalen vormt een goed beeld van de vroeg begonnen waterschapstaak.

Datering1865 en 1903
AdresProvinciale Weg 69, 3998JK Schalkwijk gemeente Houten resp. Lekdijk Oost 12, 3413 MS Jaarsveld gemeente Lopik
Soortgebouwen van cultuurhistorische waarde
Trefwoordregionale waterbeheersing
Tagged on: