De Demka begon eind negentiende eeuw in het Groningse Martenshoek als IJzergieterij J.M. de Muinck Keizer. In 1902 was dit bedrijf de eerste producent van staal in Nederland. Het bedrijf verhuisde in 1915 naar de gemeente Zuilen.
De verhuizing was naar verluid op verzoek van enkele afnemers in het westen van het land, waaronder scheepswerven in Amsterdam en Rotterdam en Werkspoor in Amsterdam en Utrecht. De afhankelijkheid van inkoop van staal uit het buitenland werd door toenemende internationale spanningen een probleem. De Muinck Keizer besloot het gehele bedrijf te verhuizen. Het in Zuilen gekochte fabrieksterrein lag aan het toenmalige Merwedekanaal naast het spoor Utrecht-Amsterdam en het was vier hectare groot. In 1915 startte de productie van de Nederlandse Staalgieterij J.M. de Muinck Keizer. De medewerkers uit Martenshoek verhuisden mee naar nieuwe woningen in Zuilen. Vier jaar later nam de familie De Muinck Keizer het mede initiatief en een aandeel in het nieuw gestichte Hoogovens in IJmuiden. In 1921 veranderde de naam van de Utrechtse fabriek in NV Nederlandse Staalfabrieken DEMKA voorheen J.M. de Muinck Keizer. Een naam die afgekort werd tot Demka.
Demka beschikte over een eigen hoogoven en sinds 1921 elektro-ovens. De fabriek van Hoogovens startte pas in 1924 op en met de investering in elektro-ovens kon Demka al eerder in de groeiende vraag naar staal voorzien. In de elektro-ovens kwam schrootijzer samen met het ruwe ijzer uit de hoogoven. Door toevoeging van zuurstof in de smelters verbranden de koolstofresten in het ijzer en dat maakt van ruwijzer staal. In de smelters kunnen ook andere toevoegingen gedaan worden, waaronder andere metaalsoorten, waardoor staallegeringen met de andere eigenschappen, zoals roestvrij staal. Veel staal werd tot blokken gegoten voor de verkoop.
Demka verwerkte zelf ook veel staal in de walserij, de gieterij en de machinebouw. De walsers leerden het vak van Duitsers, zij wisten de hete staven van walsstraat naar walsstraat te geleiden. In de eigen rondwalserij konden de walsen de blokken staal tot draad van elke gewenste dikte verwerken.
In de ijzergieterij maakten de vormers de gietvormen met mallen en vormzand voordat er gegoten werd. De bramers en poetsers ontdeden de gegoten producten van het vormzand. Dat was zwaar en vies werk. Al in de jaren 1950 nam het bedrijf buitenlanders voor dit werk aan, aanvankelijk uit Spanje en Polen en later uit Marokko en Turkije. De gegoten vormen kregen een verdere bewerking in de afdeling machinebouw. In deze afdeling ondergingen de ruwe vormen nog diverse bewerkingen, met draaibanken en freesmachines. Tot de grootste klanten behoorden niet alleen Werkspoor, maar vooral de scheepswerven in Amsterdam en Rotterdam.
In de jaren 1960 breidde het bedrijf uit aan de overzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal (Lage Weide) met een afdeling speciale staalsoorten. Niet veel later werd Demka volledig onderdeel van Hoogovens. Aan het einde van de jaren 1960 sloot de eigen hoogoven met blokgieterij en ook de afdeling speciale staalsoorten. Die jonge afdeling voor de speciale staalsoorten werd Demka-noord genoemd en ging formeel failliet. Met aanvoer uit IJmuiden bleef de rondwalserij bestaan, net als de ijzergieterij. In 1970 is de ijzergieterij overgedaan aan het Franse bedrijf Sambre Meuse. In 1977 sloot de gieterij. De draadwalserij werkte nog tot 1983.
In 1985 zijn alle gebouwen van het terrein aan de Amsterdamsestraatweg gesloopt. Van de maar weinig gebruikte gebouwen aan de Sophialaan op de Lage Weide staan nog het kantoorgebouw en enkele walserijgebouwen. Panden die nu ingepakt zijn in metalen beplating en in gebruik zijn bij andere bedrijven. Het zijn de laatste restanten van ooit de enige staalproducent van Nederland.
Datering | 1915-1962-1977 |
Adres | Sophialaan 1, Sophialaan 21, 3553 EP Utrecht |
Soort | industrieel complex met gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan water verbonden en centraal in het land gelegen bedrijvigheid |