In september 2014 is de Cereolfabriek in Utrecht officieel geopend. Na de onthulling van de oorspronkelijke naam Coöperatieve Stichtsche Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL) presenteerde Jos Bours zijn boek met ‘Verhalen uit de Sojafabriek’.
Het architectenbureau 1meter98 van Bastiaan van de Kraats heeft veel gedaan om Cereol te redden. Maar de naam van Dorothe Lucassen van Het Wilde Westen mag niet onvermeld blijven. Usine heeft hand en spandiensten geleverd. BOEI nam als beheerder van industrieel erfgoed de opdrachtgeversrol op zich. Helaas konden enkele oude pakhuizen niet gered worden en een brand in 2008 werd het fabriekskasteel bijna fataal.
In de veevoederfabriek uit 1908 zijn nu gevestigd een basisschool met BSO, een bibliotheek, een restaurant, bedrijven en Het Wilde Westen. Daarnaast bevat het complex een gymzaal, theaterzaal, kantine en ateliers, die wijkbewoners met kunst- en sportactiviteiten kunnen vullen. Tijdens de opening werd een tegeltableau aan de gevel onthuld, met daarop de originele naam van de fabriek.
De fabriek aan het Merwedekanaal is in 1907 als Coöperatieve Stichtsche Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL) gebouwd. Opdrachtgever was de Stichtse Boerenbond. De verenigde boeren wilden niet afhankelijk zijn van particuliere bedrijven zoals die van Ulbo Twijnstra en Hooghiemstra. Bij de SOL werden voederkoeken uit lijnzaad gehaald, door het lijnzaad te persen. Het lijnzaad kwam vrij bij de verwerking van vlas tot linnen. Lijnzaad werd op grote schaal geïmporteerd uit België en Duitsland en per schip aangevoerd. De olie werd als residu verkocht voor andere doeleinden.
De voederkoeken zijn nog steeds populair, alleen nu in de vorm van brokjes. In de jaren 1950 werd soja de nieuwe grondstof en het productieproces chemischer. De Utrechtse buurt Oog in Al klaagde steeds harder over overlast en veiligheidsrisico’s. In het jaar 2002 kocht de gemeente Utrecht het fabriekscomplex van Cereol van de toenmalige Italiaanse eigenaar.
De geschiedenis van de fabriek mag niet verloren gaan. In het boek ‘Verhalen uit de Sojafabriek‘ heeft Jos Bours aan de hand van interviews met voormalige werknemers het verhaal verteld van het ontstaan van de fabriek, het productieproces, de arbeidsomstandigheden en de -verhoudingen. Het boek geeft daarmee een sociaal-economische geschiedenis van wat ooit was.
Door de persoonlijke verhalen wordt duidelijk hoe de Cereol bleef draaien: de arbeiders bleken creatief om te gaan met de nukken van de fabriek en daarvoor was collegialiteit noodzakelijk. Jos Bours, ‘Verhalen uit de Sojafabriek’ is voor € 14,95 verkrijgbaar in de boekhandel.