Op het Buurtspoorwegstation in Baarn stopt de trein van het Stichtse lijntje niet meer. Het Stichtse lijntje had succes met forensen en toeristen. Het station is al lang geleden herbestemd tot horeca gelegenheid.
In het spoorwegnet ontbrak een goede aansluiting voor Soest en daarmee ook Soestdijk. Initiatiefnemer ir. A.J. Krieger zag daar mogelijkheden in. Hij was ontwerper van diverse spoorlijnen in Nederland gedurende deze jaren. In 1896 werd de Utrechtsche Locaalspoorweg-Maatschappij opgericht. Als een soort projectontwikkelaar voor spoorwegen en tramlijnen vroeg hij de concessie aan. De lijn van Utrecht over Soest naar Baarn zou bekend worden als ‘de Stichtse lijn’.
De Utrechtsche Locaalspoorweg-Maatschappij had in 1896 feitelijk nog niets. Wel een concessie, maar geen kapitaal, ervaring of treinen. De financiering voor de spoorlijn en de nieuw te bouwen stations kon geregeld worden. De treinen reden op een nieuw aan te leggen enkele spoorlijn tussen Den Dolder en Baarn. Van Utrecht tot station Den Dolder werd het bestaande spoor tussen Utrechts en Amersfoort gevolgd. Het spoor liep van Soestdijk naar Baarn grotendeels parallel aan het bestaande Oosterspoor van de lijn Baarn richting Amersfoort.
Rollend materieel had de Utrechtsche Locaalspoorweg-Maatschappij ook niet. Daarvoor deed het bedrijf een beroep op de concurrent, de in Utrecht gezetelde Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS). De NCS nam de dienstregeling aan. De NCS had treinen, personeel en niet onbelangrijk, was eigenaar van de sporen en de haltes die niet van de Utrechtsche Locaalspoorweg-Maatschappij waren.
Tussen Utrecht en Baarn konden de passagiers op twaalf stations in- en uitstappen. In Utrecht waren er vier haltes: Utrecht Buurtstation, Amsterdamsestraatweg, Vechtbrug en Blauwkapel. Daarna waren er de haltes Groenekan, Bilthoven, Den Dolder, De Paltz, Soest Zuid, Soest, Soestdijk en Baarn Buurtstation.
Het Stichtse lijntje kreeg met haar geschiktheid voor forensen vervoer een grote invloed op de ontwikkeling van Den Dolder, Bilthoven en ook Soest en Baarn. De groei van deze plaatsen begon aan het begin van de twintigste eeuw. Het Stichtse lijntje was tevens een lijn voor de dagjesmensen, die maakten gebruik van ‘de Biltse Duinen-express’ voor een stranddag naar het ‘Biltsche meertje‘ ten noorden van Bilthoven. Daar lagen twee meertjes die ontstonden na afgravingen van zand, waarmee het spoortalud was aangelegd.
De nieuwe concurrent kon niet rekenen op een aansluiting op het bestaande station in Baarn en Utrecht of gebruik van die stations. In beide plaatsen werd een Buurtspoorwegstation gebouwd. Die in Utrecht is er niet meer. Het buurtstation in Baarn kreeg een gebouw met ruimte voor het kaartjesloket, drie klassen wachtkamers inclusief een woonhuis voor de stationschef, een retirade- ofwel privaatgebouw en een goederenloods bij het laad- en losperron.
Met een derde station in Soest, speciaal voor Soestdijk, kon op deze lijn ook Koninklijk gereisd worden. Daarvoor had de NCS twee koninklijke salonrijtuigen beschikbaar. Koningin Moeder Emma woonde op Paleis Soestdijk en maakte er vaak gebruik van. De salonrijtuigen leken met hun luxe fauteuils meer op rijdende woonkamers.
Alle eigen stations langs de lijn van De Paltz tot en met Baarn en het Buurtstation in Utrecht werden ontworpen door architect J.F. Klinkhamer. De concurrenten Hollandsche Spoor Maatschappij HSM en de NCS deden niet voor elkaar onder in de omvang van hun stationsgebouwen. Het tweede station in Baarn en het station bij Soestdijk kregen beiden een koninklijke wachtkamer.
In 1948 is het station gesloten door aansluiting van de Buurtspoorlijn op het station van de Oosterspoorlijn. Bij het buurtstation staan bij het stationsgebouw het oorspronkelijke privaatgebouw en een langgerekte goederenloods met laadperron. Van Gend & Loos maakte als dochteronderneming van de NS nog lang gebruik van de gebouwen voor haar pakketvervoer. Op de lijn tussen Utrecht en Baarn zijn nu nog zes stations: Overvecht, Bilthoven, Den Dolder, Soest-Zuid, Soest en Soestdijk. De treinen kunnen elkaar passeren op het dubbel aangelegde spoor bij station Soest.
Het Buurtstation in Baarn is goed en herkenbaar bewaard gebleven en een compleet ensemble met haar retiradegebouw, goederenloods en een laad- en losperron. Het is in gebruik als café-restaurant ‘De Generaal‘, met de allure van de oorspronkelijke wachtkamers nog aanwezig. Het Buurtspoorwegstation is een rijksmonument.
Datering | 1897 |
Adres | Lt. Gen. van Heutszlaan 5, 3743 JL Baarn |
Soort | gebouwen van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | aan spoor verbonden bebouwing |