Lubro is een broodfabriek uit 1948 van de tweede generatie. De fabriekshal met kantoor werd in 2013 als gemeentelijk monument aangewezen en dat is haar redding geworden. Het industrieel erfgoed is na jarenlange leegstand in 2020 herbestemd.
De naam Lubro verschijnt voor het eerst in 1919 in Utrecht. Het is de naam van een dat jaar gestarte gezamenlijk bakkerij van J. Koetsier, G. Schmidt en F. van Stralen in de wijk Lombok te Utrecht. Abel Tasmanstraat 9 was de officiële fabriekslocatie, het hoofdkantoor en het distributiepunt van de De N.V. Utrechtse Luxe Brood- en Banketbakkerij (Lubro). De fabriek bakte brood en maakte banket en breidde in snel tempo uit met vele verkoopfilialen in de stad. Dat gebeurt vanaf 1 juni 1924 onder de stevige leiding van Gerrit Schmidt. De locatie in Lombok werd in 1938 uitgebreid tot een complex op de hoek Abel Tasmanstraat/Van Diemenstraat. Met plannen die er toen al waren, maar door de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) niet gerealiseerd konden worden, was al een terrein tussen de Zeedijk en Hoogenoord uitgezocht voor een aparte broodbakkerij.
Die aparte broodfabriek kwam er in 1948. Op de oude locatie bleef de banketbakkerij. Het fraaie complex op de Zeedijk werd ontwerpen door architect H.F. Meertens. De gebouwen stralen de zakelijke stijl uit van die tijd, de wederopbouw. De hal heeft een bijzonder gebogen dak van beton. In 1957 werd de fabriek uitgebreid met een apart gedeelte voor de banketbakkerij. Tien jaar later volgde een grote rechthoekige meelsilo. De bezorging ging tot ver in de jaren 1960 met handkarren en fiets, ook werd verkocht in de diverse winkelfilialen, toen broodmagazijnen geheten.
Broodfabrieken van de eerste generatie
Broodbakken bij bakkers heeft een voorgeschiedenis die in 1860 een andere wending kreeg. Bakkers waren namelijk tot dat jaar gebonden aan de broodzetting. De broodzetting hield in dat alleen tegen inlevering van eigen meel een gereguleerd formaat brood werd geleverd door de bakker. Dat heeft tot die tijd de relatie tussen de bakkers, de molenaars en de klanten van brood en/of meel bepaald. Na de opheffing van deze regelgeving mochten bakkers voor eigen rekening brood verkopen. De prijzen daalden door de toegenomen concurrentie, ook omdat de molenaars gingen handelen in meel met verbeterde kwaliteiten. Daardoor groeide de broodconsumptie enorm en kwamen er industriële bakkers, de eerste generatie broodfabrieken. De oorsprong van de broodfabrieken ligt daarmee in de negentiende eeuw.
Van de industriële bakkers uit die tijd is er geen enkel bedrijf die de daarop volgende modernisering overleefde: de komst van elektrische ovens. De kleine ambachtelijke bakkers, binnen het verzuilde Nederland en met een elektrische oven, waren vanaf die tijd in elke buurt te vinden met broodbezorging in de omliggende wijken of buitengebieden. Veel van die bakkers breidden uit met enkele filialen, bemand door een broer, zwager of een zoon. En zij bezorgden brood in hun wijk. Ieder bij klanten van het eigen geloof uiteraard.
Lubro is een broodfabriek van de tweede generatie
Maar de fabrieken kwamen terug. Gemechaniseerde deegmengers en grotere ovens maakten het mogelijk om met minder nachtwerkers veel meer bezorgers van brood te voorzien. De grootschaliger productie drukte de prijs. Lubro is zo’n fabriek van de tweede generatie. Er waren er uiteraard meer, maar van Lubro zijn de gebouwen bewaard gebleven. In 1948 opende het bedrijf een nieuw kantoor en productie- en expeditie-gedeelte op de hoek Zeedijk en Zijdebalenstraat. Het was dicht bij haar voormalige grootste concurrent: de Korenschoof. Van deze meelfabriek en broodbakkerij had Lubro in 1938 de bakkerij afdeling overgenomen. De Korenschoof bleef tot 1977 meelfabriek op de hoek Zeedijk en Kaatstraat.
In 1991 heeft Lubro alle winkels verkocht en verdween de naam Lubro uit het straatbeeld. De fabriek op de Zeedijk werd deel van bakkerijgroep Quality Bakers. Door schaalvergroting in de broodproductie wisselde het eigendom van de fabriek verschillende keren. De broodfabriek sloot in 2004 als Kamps Quality Bakeries Utrecht. Van de gebouwen werden verschillende delen gesloopt, waaronder de bakkerij op de hoek met de David van Mollemstraat, een deel van de expeditie en de meelsilo.
Industrie verdween
De Zeedijk had van oudsher een industrieel karakter. Al ruim voor de negentiende eeuw waren er water en wind aangedreven molens. Molens voor de houtverwerking met daaruit voortkomend houthandel Jongeneel en molens voor het malen van graan met daaruit voortkomend de Korenschoof. Het was tevens de locatie van een buitenplaats met zijderederij . Buitenplaats Zijdebalen van Jacob van Mollem was van 1681 tot 1816 de locatie voor de handel en verwerking van zijde.
Van die bedrijvigheid is niets meer over. De gemeente Utrecht wilde dit terrein graag bestemmen om de immer durende woningnood enigszins te lenigen. Houthandel Jongeneel verhuisde naar de andere vestigingen in de stad, de Cartesiusweg en industrieterrein Lage Weide. De eerder genoemde Korenschoof had al sinds 1965 een tweede vestiging op industrieterrein Lage Weide, een graanoverslagbedrijf op Uraniumweg 63. De gebouwen van de Korenschoof aan weerszijden van de Kaatstraat waren in 1978 al gesloopt voor nieuwbouw. En Lubro stond sinds 2004 leeg.
In 2007 was erfgoed gemeente Utrecht begonnen met een inventarisatie van industrieel erfgoed. Die actie werd ingegeven door de snel verdwenen industrie in de stad en de geringe bescherming van panden als herinnering daaraan. Het Lubro pand kwam op de inventarisatie hoog genoteerd te staan, een gaaf bouwwerk uit de periode wederopbouw met een bijzonder schaaldak op de fabriekshal. In 2013 werd het pand aangewezen als gemeentelijk monument.
Zijdebalen
Tussen 2015 en 2020 onderging het terrein aan de Zeedijk een metamorfose. Onder de naam Zijdebalen is het terrein van Jongeneel en de Lubro met blokken voor appartementen bebouwd. De projectontwikkelaar had als verplichting om de fabriek van Lubro een nieuwe toekomst te geven. Na lange leegstand zijn in 2020 de fabriek met kantoor als laatste opgeleverd. Het kantoor huisvest verschillende organisaties. De fabriekshal, een lang gerekte benedenverdieping met bovenliggende hal, is verticaal in vier delen opgesplitst en die zijn verbouwd tot ruime stadswoningen. In het betonnen schaaldak van de appartementen zijn lichtopeningen gemaakt.
Na de herbestemming werd in 2020 een beeldhouwwerk op de hoek van het kantoor teruggeplaatst. Een bakker blaast de hoorn, een beeld dat al in 1944 werd gemaakt door beeldhouwer Jo Uiterwaal. Lubro is een blijvende herinnering aan een broodfabriek met haar ligging aan de Zeedijk aan de Vecht. Het is tevens een fraai voorbeeld uit de wederopbouwperiode.
Datering | 1946-2004-2020 |
Adres | Zeedijk hoek Zijdebalenstraat, 3513 GZ Utrecht |
Soort | industriële omgeving en objecten van cultuurhistorische waarde |
Trefwoord | lokale aan water verbonden agro-industrie en later aan wegen verbonden bedrijvigheid |