Vier opeenvolgende sluiscomplexen zijn in Vreeswijk gebouwd tussen 1818 en 1940. Enerzijds maakten ze de groei en schaalvergroting in de binnenvaart duidelijk, anderzijds vertellen ze veel over de grote betekenis van Vreeswijk als binnenvaartcentrum. Maar er is meer.

Nieuwegein sluiscomplexen

Vreeswijk: de Beatrixsluis, de Rijkshulpschutsluis, de Koninginnensluis en onder de Plofsluis (Heemstederbrug)

Vreeswijk dankt haar strategische locatie sinds het jaar 1127 aan de aanleg van de Vaartsche Rijn tussen Utrecht en de Lek. Het werd een cruciale verbinding in de vaart richting Keulen. De eerste sluizen realiseerde de stad Utrecht in 1373 voor de aansluiting met de Lek. Zo bleef de stad beschermd tegen het hoge water van de rivier, of behield ze binnenwater als de stand van de Lek in de zomer te laag werd. In 1824 is de Oude Sluis voor het laatst aangepast bij de opwaardering van het kanaal tot Keulse Vaart. Om dit uit te kunnen voeren kwam er eerst een Rijkshulpschutsluis. Die sluis kreeg later een functie als inlaatwerk voor de regeling van de waterstand in de Utrechtse wateren en als inundatiesluis voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Voor het in 1892 geopende Merwedekanaal kwam een reeks van waterbouwkundige werken. In Vreeswijk zijn daarvan nog aanwezig de twee kolken van de Koninginnensluis en de dubbele ophaalbrug, de Emmabrug. Bij elk te bedienen werk van de Rijkswaterstaat kwamen haar dienstwoningen, zij staan er nog steeds. Het Merwedekanaal is verbreed in 1904.

Vreeswijk met de Oude Sluis in de Vaartsche Rijn, de Koninginnensluis in het Merwedekanaal en in de verte de Beatrixsluis in het Amsterdam-Rijnkanaal in 1981 – foto HUA118521

In het Amsterdam-Rijnkanaal werd in 1940 een keersluis boven het kanaal gerealiseerd. Het kreeg de naam Heemstederbrug. De plofsluis zou bij oorlogsdreiging snel het Amsterdam-Rijnkanaal kunnen afdammen en hielp dan de inundatie van het omliggende gebied. De sluis bleef in de Tweede Wereldoorlog ongebruikt. In 1982 werd ze geheel overbodig toen het Amsterdam-Rijnkanaal met een boog er omheen werd verbreed.

Al voor de Tweede Wereldoorlog was het Amsterdam-Rijnkanaal gepland en begon het omvangrijke werk. Over een lang tracé betekende het nieuwe kanaal een verbreding van het Merwedekanaal. Maar een belangrijke aanpassing was ook een nieuw waterniveau, scheepvaart ging zonder sluizen tussen Amsterdam en de Lek varen, een belangrijke tijdwinst. Het Merwedekanaal door Utrecht tot Vreeswijk was daardoor niet meer bruikbaar, ook al omdat het moeilijk te verbreden was. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor sterke vertraging van de ingebruikname.

Opstopping bij de Koninginnensluis in Vreeswijk in 1926

Het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal werd in 1952 in gebruik genomen met een aansluitend kanaal tot Wijk bij Duurstede en de doortrekking tot de Waal bij Tiel. Het nieuwe waterniveau veroorzaakte voor de aansluitingen met het Merwedekanaal een Zuidersluis in Jutphaas en een Noordersluis in Utrecht. Voor de aansluiting met de Rijn en Rotterdam werd twee jaar later in 1954 het Lekkanaal met de Beatrixsluizen in gebruik genomen. De bouw van de Beatrixsluizen was al in 1932 begonnen en kende haar afronding in 1939. Dat maakte tot recent het ensemble aan sluiscomplexen compleet. Het nieuwe kanaal gaf weer voor jaren ruim baan aan de groei in vooral het formaat van de schepen tot de verbreding in 1982.

De groei in de afmeting en het aantal schepen houdt niet op. In de afgelopen jaren heeft Rijkswaterstaat een derde sluis naast de bestaande Beatrixsluis gerealiseerd. Daarmee blijft Vreeswijk een plaats waar de groei in de binnenvaart is af te lezen aan haar waterbouwkundige werken: een uniek ensemble van de waterstaat.

Datering 1818, 1824, 1888, 1940
Adres Vreeswijk, gemeente Nieuwegein
Soort omgeving met objecten/gebouwen van cultuurhistorische waarde
Overig afgebeeld zijn de Koninginnensluis, Plofsluis of Heemstederbrug, Rijkshulpsluis en Beatrixsluis
Trefwoord aan water verbonden bebouwing