Het bedrijfspand van Paul Heij en Zonen ‘spencer-Heij’ verkommerde en er dreigde sloop. De gemeente Veenendaal besloot in 2016 tot aankoop. En er is meer nieuws over hoge ambities in het cultureel erfgoed.

Vijgendam 13A Veenendaal PHV linkerdeel Vijgendam 13A Veenendaal PHV rechterdeel

Kousen- en Tricotagefabriek ‘Pehavee’ was bekend van de spencers en truien. Haar fabriek stond beter bekend als ‘spencer-heij’ dan als PeHaVee of kortweg PHV zoals op de schoorsteen staat en wat verwijst naar de eigenaar van de fabriek Paul Heij in Veenendaal. De verscholen staande fabriek aan de Vijgendam wordt al jarenlang tijdelijk gebruikt. Het pand verkommerde en die situatie moest veranderen.

De gemeente Veenendaal liet door Bureau Huibers & Jarring een verkenning doen naar de ontwikkelingsmogelijkheden dat uitmondde in een plan om het meest karakteristieke deel (in twee bouwlagen met de schoorsteen) te herbestemmen en op de plek van het te slopen deel enkele nieuwe seniorenwoningen te bouwen. Over het terrein komt een nieuwe (langzaam verkeer) doorsteek vanaf de Vijgendam naar het terrein van de Julianakerk aan de Prins Bernhardlaan. In maart 2016 stemde dat de gemeenteraad unaniem in met de aankoop. Wel gaat de gemeente proberen het project aan een ontwikkelaar te slijten. Doel van de aankoop is het gedeeltelijke behoud veilig te stellen.

De Gemeente Veenendaal gaat tevens een nieuw beleid cultureel erfgoed optuigen. Daartoe is een Plan van Aanpak (PvA) Cultureel Erfgoed opgesteld. Uit het plan blijkt dat ook wordt gedacht aan het behoud van (industrieel) erfgoed in Veenendaal. Het plan schetst drie mogelijke scenario’s (laag, middel en hoog). Als eerste stap heeft de Raad het gewenste ambitieniveau vastgesteld en een keuze gemaakt voor het meest gewenste scenario. Aan elk van de drie mogelijkheden hangt een prijskaartje dat naarmate het niveau hoger wordt groter is.

De raadsfracties gaven vrijwel raadsbreed aan een hogere voorkeur te hebben dan het College adviseerde. Er is niet gekozen voor het voorgestelde middelmatige maar voor het hogere ambitieniveau. Naast aandacht voor het industrieel erfgoed wordt ook gedacht aan het ‘immaterieel erfgoed’, landschappelijke structuren en ontwikkelingen, historisch ‘water’ en roerend erfgoed, inclusief de periode wederopbouw.

Het College heeft deze reactie van de raad gehad. Te hopen is nu dat ze nu de zorg om behoud van cultureel erfgoed ter harte neemt en niet alleen economische perspectieven van meer zichtbare historie als de belangrijkste drijfveer laat prevaleren.

In juli zal bij de behandeling van de Kadernota 2017 worden besloten over de vereiste financiële dekking.

(met dank aan Peter Doolaard)
Tagged on: