In 1908 is de veevoederfabriek van de Stichtse Boerenbond op deze plek begonnen, na 1973 bekend als de Cereol. In 2014 is het fabriekskasteel heropend. Sindsdien is de SOL een blikvanger voor de wijk Oog in Al. Het fabriekskasteel is in gebruik bij verschillende organisaties.

Het aan de Muntsluis in de wijk Oog in Al gelegen voormalige fabriekscomplex van de SOL

De fabriek is in het jaar 1908 gesticht door de Stichtsche Boerenbond. De bond wilde met de oprichting van een oliën- en lijnkoekenfabriek haar leden van goed en zuiver veevoer voorzien. De locatie aan het Merwedekanaal kon de voor die tijd grootste binnenvaartschepen makkelijk aan. Het ingekochte lijnzaad (van de vlasteelt) werd in de fabriek tot olie geslagen. De olie ging als grondstof naar onder andere de zeep- en margarine-industrie. Het ging de boeren om het restant van het lijnzaad: het diende als krachtvoer voor de beesten in de vorm van geperste lijnzaadkoeken. Het was het begin van de Coöperatieve Stichtse Oliën- en Lijnkoekenfabriek, de SOL.

Lijnolie en -koekenfabrieken werden rond het jaar 1900 in veel plaatsen in Nederland opgericht, zowel door coöperaties als door particuliere ondernemers. In de stad Utrecht waren dit naast de SOL ook Hooghiemstra aan de Wittevrouwensingel en Ulbo Twijnstra aan de Westkanaaldijk. De oprichting van die fabrieken was te danken aan een radicale vernieuwing van de Nederlandse landbouwsector. Die vernieuwing volgde op de crisis die ontstond door de massale aanvoer van goedkoop graan per stoomschip uit Rusland, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. De Nederlandse vlasteelt bood een alternatief voor graanbouw.

Luchtfoto van de SOL-Cereol in 2002 met daarnaast de vm blikfabriek van Thomassen & Drijver-Verblifa (HUA85545)

Dergelijke veevoederfabrieken bestonden allemaal uit gebouwen van meerdere verdiepingen. De SOL-fabriek kreeg de voor die tijd bekende chateaustijl. Het productieproces was verticaal opgezet om gebruik te kunnen maken van de zwaartekracht. Bij de fabriek kwam in het jaar 1932 een hoog betonnen silogebouw om meer soorten grondstoffen (granen) te kunnen opslaan. Geleidelijk ontstond een breed assortiment aan producten voor de koeien, varkens en kippen.

Rond 1955 ging de SOL samen met Hooghiemstra, die de eigen vestigingen sloot aan de Wittevrouwensingel en de Oude Kerkweg aan de Vaartsche Rijn. Concentratie in de veevoedermarkt leidde tot verdrukking van onafhankelijke fabrieken. Rond dat jaar stapte de SOL over op sojabonen als grondstof. In een in 1951 gerealiseerd extractiegebouw werd met hexaan de olie en het resterende schroot gescheiden. De fabriek groeide verder met expeditieloodsen en opslagtanks voor de grondstoffen.

De SOL bouwde in Utrecht nog een tweede fabriekslocatie aan een haven van industrieterrein Lage Weide. Die locatie aan de Protonweg werd in 1964 geopend en geeft nu onderdak aan NuScience. SOL ging door mismanagement met termijncontracten failliet in het jaar 1973 en de Amerikaanse firma Central Soya nam de fabrieken aan het Merwedekanaal en Lage Weide over. In het jaar 1990 werd het bedrijf onder Cereol Benelux geplaatst. Nog verschillende keren kreeg het bedrijf een nieuwe eigenaar.

De Cereol was bron van ongenoegen voor de omliggende woonwijk. Het chemische fabrieksproces om de sojabonen te verwerken gaf stankoverlast. Het bedrijf werd in het jaar 2001 voor veel geld uitgekocht door de gemeente, ondanks de goede cijfers van Cereol en maatregelen tegen de overlast aan het begin van deze eeuw. Het kostte de gemeente 16.8 miljoen euro. In Oog in Al is er sindsdien veel minder sprake van stankoverlast.

Luchtfoto van SOL-Cereol in 2010 (HUA802625)

Veel van de vroegere bebouwing, o.a. de olietanks, het extractiegebouw en expeditieloodsen e.d. zijn gesloopt. Na een brand in het jaar 2008 kon het ontwerpteam de plannen herzien. De oudste delen van de fabriek zijn een multifunctioneel gebouw geworden, met daarin plek voor een bassischool en een vaste plek voor Het Wilde Westen. De jaren daarna is het bedrijfsterrein opgevuld met grote appartementsgebouwen. Bij de vormgeving van die nieuwbouw is een industriële ‘look’ meegegeven. De herontwikkeling van het omliggende terrein duurde tot in het jaar 2016.

Het chateau is in het jaar 2014 feestelijk geopend. De ‘chateau de fabrique’ heeft sinds het jaar 2000 de status van Rijksmonument. Het silogebouw is gemeentelijk monument, net als de laad- en losinstallatie aan de kade uit het jaar 1976. Bij het complex horen een directiegebouw, dat kantoor met voormalige woning is ook Rijksmonument en nog een bedrijfswoning. Naar een nuttige invulling van het silogebouw, de kantoorvilla en de laad- en losinstallatie wordt sindsdien gezocht. De wijk Oog in Al had er indertijd niet van durven dromen hoe een aanstootgevende fabriek zo’n oogstrelende en populaire locatie kon worden.

Datering1908-2014
AdresEverard Meysterlaan 11 / Kanaalweg 91, 3533 CK Utrecht
Soortindustriële omgeving en gebouwen van cultuurhistorische waarde
Trefwoordaan water verbonden landelijke agro-industrie

De Coöperatieve Stichtsche Olie- en Lijnkoeken fabriek in 1960

Tagged on: