De 19de eeuw staat ook wel bekend als de IJzeren Eeuw: de eeuw waarin de industrialisatie op gang kwam en het alledaagse leven een compleet ander aanzicht kreeg. In de tweede helft van de 19de eeuw bereikte die industrialisatie óók de provincie Utrecht. Fabrieksschoorstenen verspreid door de hele provincie zijn vandaag de dag de stille getuigen daarvan. Van schoorsteen tot schoorsteen nemen we je mee naar 12 verhalen.
Als centraal gelegen provincie profiteerde Utrecht volop van de infrastructuur die ontstond door de nieuwe mogelijkheden op het gebied van transport. De aanleg van de grote treinlijnen na 1843 had grote betekenis voor het personen- en goederenvervoer en de aanleg van het Merwedekanaal dwars door onze provincie rond 1890 trok veel industrie naar de omgeving van de stad Utrecht.
Schaalvergroting was de drijvende kracht achter de vernieuwing van de industriële sector: grotere schepen en snellere machines leidden tot een betere concurrentiepositie. In Utrecht ontstond een bloeiende bedrijfstak van machinefabrieken. Vervolgens werd door specialisatie een efficiëntieslag gemaakt. Steeds minder bedrijven waren nodig om de massa in zijn behoeften te voorzien en als vanzelf gingen kleine bedrijven op in grotere. Zo hebben tegenwoordig nog maar enkele plaatsen in de provincie een broodfabriek. Van de levensmiddelenindustrie resteren enkel de fabriek voor droge soepen Intertaste in Utrecht en de sauzenfabriek van Remia in Den Dolder. Alleen Nieuwegein heeft nog een zeepfabriek. De fabriek voor Prodent van Amersfoort is verhuisd naar een Unilever-locatie in Frankrijk. Van de vele steenfabrieken rest er in onze provincie geen meer, en zo is er veel verdwenen.
De fabrieksschoorsteen als symbool
In vrijwel elke plaats in Utrecht symboliseerden fabrieksschoorstenen de vooruitgang: bij melkfabrieken, wasserijen, timmerfabrieken, zeepfabrieken, veevoederfabrieken, machinefabrieken en wat al niet meer werd zo’n gevaarte uit de grond gestampt. In korte tijd, tussen 1970 en 1990, zijn van de honderden fabrieksschoorstenen in deze provincie er een heleboel verdwenen, zodat er nu nog maar iets meer dan veertig over zijn. Het zijn symbolen geworden van de industrialisatie van de verschillende Utrechtse bedrijfstakken.
Met deze reeks verhalen nemen we je mee langs de sporen van de industrialisatie in Utrecht. Van schoorsteen tot schoorsteen, of wat daar nog van over is.
- De schoorsteen van Ulbe Twijnstra: opkomst en concentratie van de veevoederfabrieken
- De schoorsteen van Brunt: de dakpan- en stenenfabrieken van Utrecht
- De schoorsteen van Brom: van fijn metaal tot instrumentmakers en zilverfabrieken
- De schoorsteen van Teijligen: van droogmakerijen naar gemalen
- De schoorsteen of ontbrekende schoorstenen van de bakkers
- De schoorsteen van Rohm & Haas: van wasmiddelen tot kleurstoffen, de chemische industrie
- De schoorsteen van Schilte: timmerfabrieken en houthandelaren
- De schoorsteen van UNICUM: industriële wasserij
- De schoorsteen van Werkspoor: machinefabrieken
- De schoorsteen van de tabaksindustrie: de sigaar
- De schoorsteen van Eemlandia: zuivelindustrie
- De schoorstenen van de wederopbouw: de hoogste constructie van Nederland
- De schoorsteen van PEGUS: elektriciteitsvoorziening
De verhalen staan ook op UtrechtAltijd, bij de verhalen over “Stille getuigen van de industrialisatie”